Pagina's

vrijdag 31 augustus 2012

Catechese in de school bij Maria (10)


Commentaar op De Ware Godsvrucht van Montfort (213-225)

Maria op je geloofsweg

ND de la Sagesse
Er zijn verschillende wijzen om ‘dienaar’ van God te worden, maar ‘door de handen van Maria’ is wel de gemakkelijkste en meest efficiënte, zo stelt Montfort. Hij illustreert zijn bewering met het beeld van de weg. “Wie dus voortgang wil maken op de weg van het geloof en Jezus Christus zeker en volkomen wil vinden … moet van ganser harte deze devotie tot Maria gaan beoefenen, die hij misschien nog niet kende, want het gaat niet om een gewone Mariaverering. Laten wij dus deze weg betreden, er dag en nacht op voortgaan tot wij de volle rijkdom van de volwassen Jezus Christus bereiken” (168).
Het gaat niet om een zijweg uit de devotionele wereld: het gaat om de hoofdweg, de trouw aan ons doopsel. En dus gaat het om wat de hele Kerk voorstelt in elke paasnacht: het hernieuwen van de doopbeloften. Doe het met de hulp van Maria, zo stelt Montfort. Waar zit het verschil, of beter, wat gebeurt dan meer? Daar gaat het hier over: Maria wordt voor jou werkzaam.

Maria wordt werkzaam

Wie Maria in zijn leven betrekt - zoals Montfort dat voorstelt - zal een waar omvormingsproces ondergaan. Hij komt in een andere wereld terecht, de ‘wereld van God’ en wordt meer en meer een ander mens, namelijk Gods ‘christus’ (afgevaardigde) in deze tijd.
Hij somt zeven effecten op die voortspruiten uit de toewijding aan Jezus Christus door de handen van Maria. Het zijn geen zeven etappes die je de een na de ander doorloopt, het gaat om een omschrijving van wat aan je gebeurt. Het cijfer zeven kan verwijzen naar volheid, de hele mens wordt door God geraakt.

1.      Je gaat een klare kijk krijgen op je zelf

Maria leert je zien wie je bent in de ogen van God. Montfort schrijft in de 18de eeuw, maar wij kunnen vaststellen dat er op dit punt weinig veranderd is. Wij leven in een tijd waarin we geneigd zijn ons illusies te maken over onszelf, over God en godsdienst. Onze tijd is vol van schijngodsdiensten en we nemen maar al te vaak onze inzichten voor werkelijkheid. Wie ben je in het grote scheppingsplan van God? Wat is Gods bedoeling met je? Welke roeping spruit voort uit je doopsel? Je hebt een plaats in een geheel, dat is de Bijbelse boodschap.
Maria geeft je een klare kijk op Gods handelen en een nederige kennis van jezelf, zo stelt Montfort. Je gaat je beperktheid inschatten en je betrokkenheid bij je omgeving, je medemensen en vooral God (213).

2.      Maria deelt je haar geloof mee

Poitiers
Je ontvangt het geloof van Maria, zo beweert Montfort. Dit lijkt een gewaagde bewering, vooral als je let op de superlatieven die hij eraan toevoegt: het geloof van Maria was hier op aarde “groter dan het geloof van alle patriarchen, profeten, apostelen en alle heiligen.” Het is natuurlijk beeldspraak. Er zijn in feite werkelijkheden die je onmogelijk kan vergelijken. Zo is het verdriet van een moeder om haar gestorven kind even onmetelijk als dat van een bedrogen levenspartner. Je kan de vreugde van een kind niet kan meten met dat van een winnaar van het grote lot.
Je kan het geloof van Maria niet afmeten, maar toch moet je toegeven dat zij een ‘geval’ apart is. Denk maar aan Paulus die, als hij het keerpunt in het handelen van God sinds Abraham aanduidt, schrijft: “Toen de volheid van de tijd was gekomen, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw...” Hij duidt een scharniermoment in de geschiedenis aan. De openheid van Maria naar God en haar standvastigheid, zo stelt Montfort, doet haar uitstijgen boven de groten zowel van het Eerste als die van het Tweede Testament. En in dit geloof laat zij je delen, zo stelt hij.
En hij omschrijft haar geloof. Een "zuiver geloof", dat niet steunt op het gevoelsmatige en het buitengewone; een "levendig geloof", dat overgaat tot daden; een "geloof, hecht en onwrikbaar als een rots" bij noodweer en storm; een "werkdadig en doordringend geloof", dat inzicht geeft op de uiteindelijke bestemming van de mens en toegang tot het hart van God zelf; een "moedig geloof" dat je, zonder aarzelen, grote dingen doet ondernemen voor God en je medemensen. Een geloof als een ‘brandende fakkel’ dat hen warmte en licht biedt (214).

Is het u ook opgevallen dat Montfort uitdrukkelijk zegt dat Maria haar geloof ‘meedeelt’. Ik heb het eerder al gezegd: geloof kan je niet zelf maken, het wordt gewekt door iemand buiten je. In de gewone omgangstaal hoor je al eens zeggen: ik geloof niet, of ik heb geen geloof meer. Vaak ligt het accent op ‘ik’.  Alsof ‘ik’ de enige actieve persoon is wanneer er sprake is van geloven. In feite gaat een boodschap van buitenuit vooraf aan het krijgen. Beiden staan op zijn minst in heel nauw verband met elkaar. Het is zoals met liefde: je krijgt ze en je geeft ze. Anders is ze niet volledig. Zo ontvang je ook geloof en schenk je geloof. Maria laat je delen in haar geloof.

Herinner je de getuigenis van zijn klasgenoot en intieme vriend Blain waar hij beweert dat Montfort, dankzij zijn band met Maria, “met reuzenschreden” is vooruitgegaan op de geloofsweg.

3.      Maria verwijdt je hart

Montbernage
Bekrompenheid zal uit je hart verdwijnen. Alle schrik wordt aan banden gelegd, stelt Montfort, alle slaafse vrees verjaagd. Het menselijk opzicht wordt verdreven, je liefde uitgezuiverd. Je wordt een blij en vrij mens. Wet en geboden worden niet langer als belemmeringen van vrijheid ervaren, maar als bevrijding (215).


4.      Maria vergroot je vertrouwen

Maria wekt een grenzeloos vertrouwen. Geen vermetel of aanmatigend vertrouwen, want het is geen vertrouwen in onszelf of in ons eigen kunnen, maar in de almacht van God en in de toegewijdheid van Maria, die echt ‘moeder’ is. Zij zal zich wonderbaarlijk maar reëel aan je meedelen, zij is vrijgeviger dan de 'vrijgevigen' (216).

De moderne tijden hebben ons lang willen doen geloven dat God niet nodig was om een ‘menselijke’ wereld tot stand te brengen. Het volstaat om terug te blikken op de geschiedenis om vast te stellen hoe onbekwaam wij zijn om onszelf te redden en de wereld met ons. De wereld sterft bij gebrek aan hoop. In weerwil van wat gebeurt, steunen wij op Gods woord: Hij is getrouw en zijn wegen zijn niet die van ons.

5.      Maria geeft je haar eigen ingesteldheid

ND de la route
Montfort spreekt over de ‘ziel’ van Maria. Ze wordt je meegedeeld en het Magnificat wordt je eigen lied, je diepe geloofsbelijdenis in God die werkzaam is en die zijn beloften gestand doet. Zo word je een ‘levende kopie’ van Maria, en Montfort voegt eraan toe: “ De heilige Geest zal, wanneer Hij in de zielen het beeld van zijn lieve Bruid gevormd ziet, er overvloedig in neerdalen en ze met zijn gaven vervullen, vooral met die van zijn wijsheid, om wonderen van genade te verrichten” (217).

6.      Maria vormt Jezus Christus in je

Als Maria ons haar geestelijke kwaliteiten geeft, dan voltrekt zich ook in ons het wonder van de Boodschap: de Geest zal ons overschaduwen en wat uit ons geboren wordt, komt van God. En daar gaat het om: God werkzaam laten zijn. “Wanneer u Maria, de levensboom, door het trouw beoefenen van deze devotie goed onderhoudt in uw ziel, dan zal zij te zijner tijd vrucht voortbrengen en die vrucht is niets anders dan Jezus Christus” (218).

Montfort wordt heel concreet en citeert de heilige Augustinus die Maria de “gietvorm van God” noemt waarin Jezus Christus gevormd wordt. Onze schrijver hanteert een vergelijking en wijst op het verschil tussen het werk van een beeldhouwer die een Christusbeeld uit hout of steen te voorschijn haalt en dat van iemand die beschikt over een perfecte gietvorm en daar vloeibaar materiaal in giet. Voor hem is het ontegensprekelijk, het beeld uit de gietvorm geeft het best Jezus Christus weer zoals hij echt is. Maar er volgt een strenge conclusie: “Vergeet niet dat in een vorm alleen datgene gegoten kan worden wat gesmolten en opgelost is. Met andere woorden: breek de oude Adam in u af en los hem op, om in Maria de nieuwe te worden” (221).

7.      Je komt sneller vooruit

Maria stimuleert een snel groeiproces. Wie door Maria naar Jezus gaat, komt sneller vooruit dan degene die alleen gaat, zelfs al heeft deze meer moeite en, zou je zeggen, meer verdienste. Het is een thema dat Montfort erg dierbaar is: tegenover God moet je niet redeneren vanuit verdiensten. Het gaat om de zuiverheid van je ‘aanbod’. In vereniging met Maria werk je aan de kwaliteit van je inzet en dat is de reden dat je snel vooruit gaat.
De Ware Godsvrucht is geen tovermiddel, ook geen een trucje dat je vlug kan aanleren, het gaat om duurzaamheid in de tijd, een stuk levensweg die je moet afleggen, een levenshouding die je moet aanleren. En dat is heel iets anders dan een vluchtige kunstgreep.

Om dit concreet te maken reikt Montfort een hele pedagogie aan, daar gaat het de volgende keer over.

Frans Fabry

Lezen in 'De Ware Godsvrucht' 213 - 225

Hier kan je de integrale tekst uit de 'Ware Godsvrucht' lezen van de nummers die in de bovenstaande catechese aan bod kwamen.

DE WONDERLIJKE EFFECTEN
DIE DEZE DEVOTIE TEWEEGBRENGT
IN IEMAND DIE ER TROUW AAN IS

213. Dierbare broeder en zuster, als u trouw blijft aan de innerlijke en uiterlijke praktijken
van deze devotie, waarover ik het verderop zal hebben, wees dan overtuigd van het volgende:

Maria brengt tot zelfkennis

1° Door het licht dat de heilige Geest u door Maria, zijn lieve Bruid, zal geven, zult u een klare kijk krijgen op uw kwade ondergrond, uw bedorvenheid en uw onbekwaamheid tot alle goed. Alleen maar met geringschatting en afkeer zult u dan nog aan uzelf denken, als aan een slak die alles met haar slijm bevuilt, een pad die alles met haar venijn vergiftigt, een arglistige slang die steeds uit is op bedrog. En dan zal de nederige Maria u haar diepe nederigheid meedelen, waardoor u niet anderen maar u zelf zult geringschatten en die geringschatting zult koesteren.

Zij deelt haar geloof  mee

214. 2° De heilige Maagd zal u ook haar geloof meedelen. Dat was hier op aarde groter dan het geloof van alle patriarchen, profeten, apostelen en alle heiligen. Nu zij in de hemel heerst, heeft zij dit geloof niet meer, want door het glorielicht aanschouwt zij alles duidelijk in God. Maar bij haar intrede in de glorie heeft de Allerhoogste goedgevonden dat haar geloof toch niet verloren ging. Zij heeft het namelijk behouden om het in de strijdende Kerk te doen voortleven bij haar meest getrouwe dienaars en dienaressen.

Dus hoe meer u de welwillendheid van deze verheven Vorstin en trouwe Maagd zult weten te winnen, hoe meer heel uw levenswijze zal bepaald worden door zuiver geloof. Een zuiver geloof: weinig zult u nog geven om het gevoelsmatige en het buitengewone. Een levendig geloof, door liefde bezield: uw handelingen zult u uit loutere liefde verrichten. Een geloof, hecht en onwrikbaar als een rots: onwankelbaar en standvastig zult u blijven bij noodweer en storm. Een werkdadig en doordringend geloof: als een geheimnisvolle sleutel zal het u tot alle diepe waarheden van Jezus Christus toegang verlenen, tot de uiteindelijke bestemming van de mens, ja tot het hart van God zelf. Een moedig geloof dat u, zonder aarzelen, grote dingen zal doen ondernemen en volvoeren voor God en het heil van de mensen. Tenslotte een geloof dat uw brandende fakkel, uw goddelijk leven en uw verborgen schat van de goddelijke Wijsheid zal zijn en uw alvermogend wapen. Wie in de duistere schaduwen van de dood neerzitten, zult u ermee verlichten; de lauwen, die het vlammende goud van de liefde missen, zult u doen ontvlammen. Leven zult u schenken aan wie dood zijn door de zonde. Met uw zacht en machtig woord zult u versteende harten vermurwen, ceders van de Libanon neervellen en tenslotte weerstand bieden aan de duivel en alle vijanden van ons heil.

Zij verruimt uw hart

215. 3° Deze Moeder van de schone liefde (V/Eccli 24,24) zal uit uw hart alle angstvalligheid en serviele vrees verwijderen. Zij zal het openen en verruimen om snel voortgang te maken in de geboden van haar Zoon, met de heilige vrijheid van de kinderen Gods.

Dan zal zij het ook vervullen met de zuivere liefde waarvan zij de schatbewaarster is. Aldus zult u niet meer, zoals tevoren, handelen uit vrees voor God, die liefde is, maar uit zuivere liefde. Als uw goede Vader zult u Hem gaan beschouwen; zonder ophouden zult u proberen Hem te behagen. Als een kind met zijn goede vader, zo zult ook u vertrouwelijk omgaan met God. En wanneer u het ongeluk hebt Hem te beledigen, zult u zich daarvoor aanstonds voor Hem vernederen, Hem er deemoedig vergiffenis voor vragen en in alle eenvoud uw hand naar Hem uitsteken. Dan zult u in liefde weer opstaan, zonder verwarring of ongerustheid, en uw opgang naar God voortzetten zonder ontmoediging.

Zij vergroot uw vertrouwen

216. 4° De heilige Maagd zal u vervullen met een sterk vertrouwen op God en op haarzelf:
1 omdat u niet meer op eigen kracht tot Jezus Christus zult naderen, maar altijd door die goede moeder.
2 Omdat zij u zal laten delen in haar deugden en u met haar verdiensten bekleden. U hebt haar immers al uw verdiensten, genaden en voldoeningen afgestaan om er naar eigen goedvinden over te beschikken. U zult dan ook met volle vertrouwen tot God kunnen zeggen: Hier is uw dienstmaagd Maria, mij geschiede naar uw woord (Lc 1,38).
3 Omdat zij, in ruil voor uw totale zelfgave naar lichaam en ziel, zich wonderbaarlijk maar reëel aan u zal meedelen. Zij is immers vrijgevig met de vrijgevigen, ja vrijgeviger dan de vrijgevigen. Met alle vrijmoedigheid kunt u haar dan ook zeggen: Ik ben van u, heilige Maagd; red mij (Ps 119,94). Of, zoals ik reeds gezegd heb met de woorden van de welbeminde leerling: Heilige moeder, ik heb u voor mijn enig bezit genomen (Joh 19,27). Met de heilige Bonaventura kunt u ook nog zeggen: “Mijn lieve meesteres en redster, vol vertrouwen zal ik handelen en niet bang zijn, want u bent mijn kracht en mijn glorie in de Heer... Ik ben helemaal van u, en al wat ik heb behoort u toe; glorierijke Maagd, gezegende boven al het geschapene, laat mij u als een zegel op mijn hart drukken, want uw liefde is sterk als de dood!” U kunt met de psalmist meevoelen en tot God zeggen: “Heer, noch mijn hart noch mijn ogen hebben enige aanleiding zich te verheffen en trots te zijn; zij streven geen grote en wonderbaarlijke dingen na. En met dat al ben ik nog niet nederig. Maar ik leef weer op en voel mij aangemoedigd door het vertrouwen. Ik ben als een kind, gespeend van de aardse genoegens, rustend op de schoot van mijn moeder; en daar word ik met weldaden vervuld” (V/Ps 130,1-4).
4 Wat uw vertrouwen in haar nog zal versterken, is deze gedachte: alwat er goed in u is, hebt u haar in bewaring gegeven opdat zij het zou uitdelen of bewaren. Dus zult u minder vertrouwen gaan stellen in uzelf, en veel meer in haar, uw schatkamer. Wat een bemoedigende en troostrijke zekerheid, wanneer men zeggen kan dat de schatkamer van God, waar Hij zijn kostbaarste bezit heeft geborgen, ook de zijne is! “Zij is de schatkamer van de Heer”, zegt een heilige.

Zij geeft u haar eigen ingesteldheid

217. 5° Indien u trouw bent aan de praktijken van deze devotie, dan zal de ziel van de heilige Maagd zich aan u meedelen om de Heer te verheerlijken, en zal haar geest de uwe vervangen, om zich in God, zijn heil, te verheugen. “Moge in iedereen Maria's ziel zijn, om er de Heer te verheerlijken; moge in iedereen Maria's geest zijn, om er zich in God te verblijden” (H. Ambrosius). Onlangs zei nog een heilige man, die geheel in Maria opging: “Wanneer zal die gelukkige tijd komen, dat de van God vervulde Maria als Oppermeesteres in de harten zal gevestigd zijn om ze volledig aan de heerschappij van haar grote en enige Jezus te onderwerpen? Wanneer zullen de zielen Maria evenzeer inademen als het lichaam de lucht? Dan immers zullen er wondere dingen hier op aarde gebeuren”. De heilige Geest zal er, wanneer Hij in de zielen het beeld van zijn lieve Bruid gevormd ziet, overvloedig neerdalen en ze met zijn gaven vervullen, vooral met die van zijn wijsheid, om wonderen van genade te verrichten.

Dierbare broeder en zuster, wanneer komt die zalige tijd, dat tijdperk van Maria, waarin menigeen, door haar uitverkoren en door haar van de Almachtige verkregen, volkomen in de afgrond van haar innerlijk zal verzinken en levend evenbeeld van Maria zal worden, om Jezus Christus te beminnen en te verheerlijken? Die tijd komt niet eerder dan wanneer de door mij onderwezen devotie gekend en beoefend wordt. “Opdat Uw Rijk kome, moge het Rijk van Maria komen”.

Zij vormt Jezus Christus in u

218. 6° Wanneer u Maria, de levensboom, door het trouw beoefenen van deze devotie goed onderhoudt in uw ziel, dan zal zij te zijner tijd vrucht voortbrengen en die vrucht is niets anders dan Jezus Christus. Ik zie zoveel vrome mannen en vrouwen op zoek naar Jezus Christus, de een langs deze weg en met deze praktijk, de ander zoekt het elders. Na veel geploeter gedurende de nacht, kunnen ze vaak zeggen: “De hele nacht hebben we gewerkt en toch niets gevangen” (Lc 5,5). Men zou hun kunnen zeggen: U hebt hard gewerkt, maar u heeft er weinig bij gewonnen (Hag 1,6). Jezus Christus is in u nog maar zeer zwak. Maar langs de onbevlekte weg, die Maria is, en door de goddelijke praktijk die ik leer, werkt men overdag, in een heilige ruimte, met weinig inspanning. In Maria is er geen nacht, want nooit is er zonde in haar geweest noch de minste schaduw. Maria is een heilig oord, het heilige der heiligen waar heiligen worden gevormd en gegoten.

219. Ik verzoek u wel te willen opmerken dat ik zeg: de heiligen worden in Maria gegoten. Er is een groot verschil tussen het maken van een uitgehouwen beeld, met hamer- en beitelslagen, en het maken van een beeld door het in een vorm te gieten. Beeldhouwers en houtsnijders werken hard om een beeld te maken volgens de eerste methode en dat kost hun veel tijd. Wanneer men echter van de tweede methode gebruik maakt, kost het weinig arbeid en veel minder tijd. De heilige Augustinus noemt de heilige Maagd de “gietvorm van God”: “Als ik u vorm van God noem, zo stelt hij, is het omdat U dat waardig bent”: de vorm, geschikt om goden te vormen en te gieten. Wie in deze goddelijke mal wordt gestort, zal spoedig in Jezus Christus gevormd en gegoten zijn en Jezus Christus in hem. Hij zal met weinig moeite en in korte tijd god worden, omdat hij gegoten is in dezelfde gietvorm waarin eens een God gestalte kreeg.

220. Het lijkt me dat ik die zielenleiders en vrome personen die op een andere dan de juist beschreven wijze Jezus Christus in zichzelf of anderen willen vormen, zeer wel kan vergelijken met beeldhouwers. Zij vertrouwen op eigen vaardigheid, bedrevenheid en kunst, en met een onnoemelijk aantal hamer- en beitelslagen pogen zij uit een harde steenmassa of een ruw stuk hout de beeltenis van Jezus Christus te vervaardigen. Maar soms slagen ze er niet in om Jezus Christus natuurgetrouw weer te geven, ofwel bij gebrek aan kennis en ervaring van de persoon van Jezus Christus, ofwel tengevolge van een onhandige slag die het werk bedorven heeft.

Wie echter kiezen voor dit genadegeheim dat ik hun aanreik, vergelijk ik terecht met smelters en gieters: zij hebben de schone vorm gevonden die Maria is en waarin eens Jezus Christus werd gevormd, geheel volgens de menselijke natuur en tevens goddelijk. Op eigen bekwaamheid zullen zij niet vertrouwen, maar enkel op de uitstekende kwaliteit van de vorm. Daarom storten en verliezen zij zich in Maria, om een natuurgetrouw evenbeeld van Jezus Christus te worden.

221. Werkelijk, een treffende vergelijking! Maar wie zal ze begrijpen? Ik hoop dat u het bent, dierbare broeder en zuster. Maar vergeet dan niet dat in een vorm alleen datgene gegoten kan worden wat gesmolten en opgelost is. Met andere woorden breek de oude Adam in u af en los hem op, om in Maria de nieuwe te worden.

Zij stimuleert een snel groeiproces

222. 7° Wanneer u deze praktijk zeer trouw onderhoudt, zult u in één maand Jezus Christus meer eer geven dan door welke andere ook in veel jaren, zelfs al is ze moeilijker. Ik haal daar de volgende redenen voor aan:
1 Deze praktijk leert u door de heilige Maagd te handelen. U laat dus uw eigen bedoelingen en methodes los, ook al zijn ze goed en bekend. En u verliest u als het ware in die van de allerheiligste Maagd, ofschoon ze u onbekend zijn. Aldus treedt u binnen in de sublieme verhevenheid van haar intenties, zo zuiver, dat zij door het geringste werk, bijvoorbeeld het tot draden trekken van haar spinrokken of een naaldsteek, God meer glorie gaf dan een heilige Laurentius door de wrede marteldood op zijn rooster, zelfs meer dan alle heiligen door hun meest heldhaftige daden. Vandaar dat zij tijdens haar aardse leven zo’n onuitsprekelijk toppunt van genade en verdienste heeft verworven: eerder nog zou men de sterren aan het uitspansel, de druppels in de zee of de zandkorrels van het strand kunnen tellen dan haar verdiensten en genaden. Zij heeft God meer verheerlijkt dan alle engelen en heiligen dat hebben gedaan of ooit zullen doen. Wat een wonder bent u, Maria; u kunt niet anders dan wonderen van genade verrichten in hen die zich in u willen verliezen.

223.  2 Wie deze praktijk trouw beoefent, hecht geen enkele waarde aan eigen denken of doen. Hij steunt alleen op Maria's beschikkingen. Die alleen bevallen hem om Jezus Christus te benaderen en zelfs met Hem te spreken. Zo iemand beoefent de nederigheid veel beter dan zij die op eigen kracht handelen, zonder het zelf te merken op eigen beschikkingen steunen en daar behagen in scheppen. Hij geeft God dan ook grotere glorie, want God wordt alleen door nederigen en kleinen van hart op volmaakte wijze geëerd.

224.  3 In haar grote liefde wil de heilige Maagd graag het geschenk van onze handelingen in haar maagdelijke handen overnemen; zij geeft er een wonderlijk schone luister aan. Zelf biedt zij het Jezus Christus aan en zonder moeite, zodat de Heer zo meer eer ontvangt dan indien wij het met onze eigen zondige handen hadden aangeboden.

225.  4 Tenslotte, nooit denkt u aan Maria of Maria denkt in uw plaats aan God. U hoeft Maria maar te loven en te eren of Maria looft en verheerlijkt God met u. Zij is geheel betrokken op God. Ja, ik zou haar heel goed kunnen noemen: de betrekking Gods, die niet bestaat dan in verhouding tot God; ofwel de echo Gods. Zij zegt en herhaalt alleen maar God. Wanneer u Maria zegt, zegt zij God. De heilige Elisabeth prees Maria en noemde haar zalig omdat zij geloofd had. Maria, de trouwe echo van God, hief het lied aan: “Mijn hart prijst hoog de Heer” (Lc 1,46). Zoals bij die gelegenheid handelt Maria nog alle dagen: wanneer men haar looft, liefheeft, vereert of haar iets geeft, wordt God geloofd, bemind, verheerlijkt, geeft men zijn gave aan God door Maria en in Maria.