Pagina's

zondag 29 september 2013

Een vuurgloed van liefde zijn voor de mensen rondom je

Georges Madore, smm
Een vuurgloed van liefde zijn

voor de mensen  rondom je


Onderrichting gegeven op 10 augustus 2013
door Georges Madore, smm,
tijdens de Internationale ontmoetingsdagen
in Saint-Laurent-sur-Sèvre.



In haar mooie boek met de Titel: “Waar ga je heen? Weet je niet dat je de hemel bij je draagt?” («Où cours-tu? Ne sais-tu pas que le ciel est en toi?») schrijft Christiane Singer:
In onze hedendaagse wereld waarin we opgesloten zitten, die gewijd is aan de commercie en onbenulligheid, gaat het erom tegen elke prijs (inderdaad elke prijs) de diepgang en de kracht te vermijden. Alles is in positie gebracht, geconstrueerd, bedacht, aangekleed en geproduceerd en gedistribueerd om af te leiden van de liefde en te dienen als schild tegen de vurige uitstraling ervan.

Het is zeker niet de liefde die bedreigd wordt. Dat wat bedreigd wordt is ons vermogen om lief te hebben (.....). Onze maatschappij zal er niet in slagen om de Liefde van de Schepping uit te roeien evenmin als ze de melkweg kan uitroeien, maar ze is wel bezig om zichzelf te vernietigen. Wat bedreigd wordt is is onze deelname aan de samenwerking, maar niet de samenwerking zelf. (....) Door het trillingsveld van de liefde in ons leven te verminderen, verdrijven wij onszelf van het domein der levenden. (blz. 49-50)

I.   AAN DE WORTELS VAN DE LIEFDE

Wij mensen van de 21e eeuw zijn altijd geneigd met de actie te beginnen, want vaak weten we alleen de actie te waarderen. Voor on s is beminnen eerst en vooral handelen. We vergeten dan dat de actie een vrucht is die lijkt op de boom die haar draagt. “Men kan geen goede vruchten plukken van een slechte boom” zegt Jezus. We moeten naar de wortels van dat handelen  zelf gaan die ons duidelijk maken dat het de vrucht is van de liefde of de vrucht van onverschilligheid of het egoisme.

De ogen, het hart, de handen en de voeten.

Om de vergelijking door te trekken zou men kunnen zeggen dat de ogen of de blik  de diepe wortels van de liefde  zijn, dat de takken en het sap de emotie zijn - dat wat ons ontroert of in beweging zet - en de vrucht ervan is de actie.
Het is juist deze beweging die men in het evangelie ziet. Zoals in Lukas waar Jezus de weduwe ziet, die haar enige zoon gaat begraven, er door aangegrepen wordt en tot actie overgaat. (Lk 7,11-13)

Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met hem mee. [12] Toen hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde haar. [13] Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen en zei tegen haar: ‘Weeklaag niet meer. 14] Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei: ‘Jongeman, ik zeg je: sta op!’ [15] De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder. (Lk 7:11-15 

Markus vertelt eveneens

[32] Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. [33] Maar hun vertrek werd opgemerkt en velen hoorden ervan, en uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. [34] Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig. [35] Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. [36] Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten te kopen.’ [37] Maar hij zei: ‘Geven jullie hun maar te eten!’ Ze vroegen hem: ‘Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?’ (Mk 6:32-37).

Wij zien dus deze drie bewegingen van de liefde: zien, bewogen worden en handelen, of om te verwijzen naar ons lichaam waardoor de liefde zich uitdrukt: de ogen, het hart, de handen en de voeten.

          1. De ogen. We moeten eerst onze kijk op de anderen veranderen. Onze blik moet verbeterd worden zo men wil, zodat daarmee ook onze gebaren beter worden. Onze blik verbeteren betekent op dezelfde manier kijken zoals Christus naar de anderen keek. Christus zag in de ander niet de rijke of de arme, de zondaar of de rechtvaardige, de bejaarde of de jongeling. Hij zag in de anderen de kinderen van God, wel kinderen die vaak afgedwaald waren of gewond. De overspelige vrouw is geen zondares die aan de kant gezet moet worden, maar een arm schaap dat het leven en het geluk aan de verkeerde kant gezocht heeft. Zacheus is geen rijke slechterik, die niet meetelt, maar een gewond iemand die genezing zoekt in het verwerven van materiële rijkdom, en door zijn macht te laten voelen. De eerste vraag dus, die ik me moet stellen als ik iemand wil liefhebben, is niet “wat ga ik doen?” maar... “hoe kijk ik naar de ander en de anderen.”

          2. Het hart. In de twee citaten die we hierboven gezien hebben onderstrepen de evangelisten dat Christus door medelijden bewogen was, gegrepen. Het gebruikte werkwoord “splanknisômaï” komt van het woord “splankna” en dat betekent het binnenste, de schoot. Het is een zeer diepe emotie die heel het wezen raakt. Lukas gebruikt hetzelfde werkwoord om te beschrijven wat er in twee personen gebeurde in de parabel: de barmhartige Samaritaan, die emotioneel werd toe hij zag in welke staat de halfdode man was op de weg naar Jericho. En  de vader van de verloren zoon was ook onderste boven toen hij zijn zoon weer zag thuiskomen.

Geëmotioneerd, aangegrepen zijn, dat is zich in het diepste van zichzelf laten raken door de ander. Ook Jezus laat zich raken door de weduwe van Naïn en vervolgens raakt hij de baar aan waarop haar zoon ligt.

          3. De handen en de voeten. Eenmaal dat de blik van Jezus is gericht op de ander door mijn eigen blik, eenmaal dat ik de ander mij heb laten raken, en de emotie mij in beweging heeft gezet, me dus gemobiliseerd heeft, ontkiemt de actie op een natuurlijke wijze. Ik voel dan in mij een noodzaak om te handelen. De blik en de emotie zullen in de actie vrucht dragen. Welke actie? Laten we de parabel van de barmhartige Samaritaan als voorbeeld nemen. In tegenstelling met de priester en de leviet kan de Samaritaan de weg van God zien. Hij kan geëmotioneerd worden op de manier van God. En tenslotte, zou ik zeggen, handelt hij.... op de menselijke manier, d.w.z. met dat wat hij heeft: de olie en de wijn. Men moet altijd weten te handelen met wat men is en wat men heeft. Als ik wacht totdat ik een doctor in de sociologie of de psychologie ben, of een fortuin heb verzameld dat me in staat stelt om een liefdadigheidsorganisatie te beginnen, dan zal ik nooit handelen. Ik handel met dat wat ik ben (Voorbeeld van Pater Guindon op de brug....)

Ik citeer nog een keer Christiane Singer:
          Elk gebaar dat je maakt kan een deur voor je openen of sluiten. Elk woord dat een onbekende stamelt kan een boodschap zijn gericht aan jou. Ieder moment kan de deur opengaan voor jouw (nood)lot en door de ogen van welke bedelaar dan ook kan het gebeuren dat de hemel je toelacht. Het moment dat je je ontmoedigd afkeert, zou het moment van je zaligheid kunnen zijn. Je weet het nooit. Elk gebaar kan een ster verplaatsen. De zekerheid dat alles, zelfs het meest onaanzienlijke, en op elk moment, in verband  kan worden gebracht met het verborgen gelaat van de wereld, verandert het leven radicaal. De mist van de onbenulligheid is opgetrokken (blz.45)

II. EEN FUNDAMENTELE EIGENSCHAP VAN DE LIEFDE: DE REALITEITSZIN.

Het is een voortdurende verleiding om niet de ander te beminnen, maar een beeld, een ideaal..... Maar de eerste eigenschap van de liefde is een realist te zijn, d.w.z. hem of haar te beminnen die hier en nu voor mij staat, en niet een afbeelding die ik mezelf maak van een andere persoon. Het voorbeeld van Rachel, die een roman leest waarin Arlequin vertelt over de hartstochtelijke liefde van een graaf Henri le Neuville en de kleine Lison. Zij huwt een man, Henri genaamd, maar verwacht van hem wat de graaf aan Lison gaf ! Wanneer men van iemand iets vraagt wat hij niet kan geven, is dat een beletsel om te ontvangen wat wel gegeven kan worden. Als een man zijn vrouw vraagt om hem te geven wat zij van haar moeder gekregen heeft, riskeert hij teleurgesteld te worden.

          In het evangelie van Witte Donderdag zegt Jezus: “Een van jullie zal mij verraden”. En Petrus antwoordt onmiddellijk “Ik niet Heer, nooit!” en Jezus zegt “Petrus ik ken je, je bent zwak. Voordat de haan kraait zul je me driemaal verloochend hebben. Later zullen we elkaar weer zien en om verder  met elkaar op te trekken”. Realistische liefde van Jezus: hij maakt zich geen enkele illusie over Petrus, maar hij houdt van hem in zijn zwakheid. Realistiche liefde van Jezus voor mij....

“De liefde zonder waarheid is een illusie, de waarheid zonder liefde is een vonnis”
                                                                 
III. DE RISICO’S VAN DE LIEFDE

          Liefhebben is gevaarlijk, men loopt risico’s, als je liefhebt; het risico om uitgebuit te worden, om te lijden, om niet begrepen te worden, om teleurgesteld te worden. Maar het grootste risico is dat je niet bemint, want dan sta je buiten het leven. Het menselijk wezen is gemaakt om lief te hebben en draagt het stempel van God die liefde is, in zich. Ja, niet liefhebben is buiten het leven staan.

          Het voorbeeld van de oud-tante Rebecca. Zij en haar buurvrouw Hurtubise verdienen de eerst prijs omdat ze een deken voor de baby gebreid hebben. Rebecca geeft de hare aan het kleine meisje die er haar (knuffel) van maakt, er elke avond mee naar bed gaat, het gebruikt tot het op de draad versleten is. Madame Hurtubise bewaart de hare angstvallig diep in haar la, maar ontdekt op een dag dat hij is opgevreten door de motten! We hebben geen keuze: ons leven verteert, opgevreten door ouderdom en ziekte. Maar we hebben een keuze, één enige: hoe mijn leven opgeteerd wordt: voor mij alleen, of om warmte en toewijding te geven”.  “In feite wie zijn leven wil redden, zal het verliezen; maar die het verliest om mijnentwil, zal het redden” (Lk 9:24)

          God zelf heeft risico’s gelopen om te beminnen.... en hij heeft er voor geleden. Vergelijk Hosea: “Ze liep achter haar minnaars aan, en mij, mij vergat ze” (Hosea 2,15). Christus op het kruis is slachtoffer van zijn liefde voor de mensheid.

IV. WAT IS ER IN EEN HART DAT LIEFHEEFT?

          Wat is in een hart dat liefheeft? Wat moeten wij in ons hart hebben om te slagen in onze liefdes? We gaan het ontdekken door middel van vijf symbolische voorwerpen.

          1. De blanco cheque, symbool van vertrouwen. Zonder vertrouwen is de liefde niet mogelijk. Het vertrouwen, zo kostbaar en zo gemakkelijk gebroken.

          2. De papieren zakdoekjes of de zijden das, symbool van de soepelheid. In een relatie is er veel soepelheid nodig. Water bij de wijn doen, een situatie niet dramatiseren, humor hebben.

          3. De sleutel symbool van delen. Het moeilijkste te delen is de tijd. Als ik mijn huis of mijn berghut deel, gaat de ander er niet mee op de loop! Maar de tijd die ik aan de ander besteed is een totale gave: hij zal nooit terugkomen.

          4. De telefoon: de communicatie: dat is basisvoeding voor de liefde.

          5. De gum om uit te vegen: symbool van vergeven. Wij zijn menselijke wezens en dus zwak. De ander vergeven is menselijk! Men zal elkaar onvermijdelijk kwaad doen, men bedriegt de ander. Zonder vergeving kan geen enkele liefde overleven.

          6. Het kruis, St. Jan heeft geschreven: “Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde”. “God is liefde: wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem”.(1Joh 4,8-16) Hij die liefheeft wordt bewoond door God. En hij die door God bewoond wordt is een tak op de bron zelf van elke liefde. Van God leren wij de kunst van liefhebben en ontvangen wij de kracht om te beminnen.

Laten wij ons leiden door Montfort bij de beschouwing van de bron van alle liefde: Christus in zijn lijden:

Helaas! Men pakt hem, men bindt hem
Men slaat hem plat met duizenden slagen
Men spijkert hem vast, men kruisigt hem.
Zijn hart blijft toch zachtaardig.
Zijn Vader verhoort zijn gebed,
Kijk men doorboort zijn zijde
Waar een stroom uitkomt
Van water, van bloed, van liefde.
                                                                                                                          
Nou ja,de smeltkroes is open
Nou ja dit grote Hart is open,
Nou ja, de zaak is open
 Waarom heeft Jezus zoveel geleden

Men doorboort hem en geeft verlichting
Want het vuur verslindt dit Hart
De lans maakt hem een doorgang
Om zich te geven aan het hart van de zondaar.

(kantiek 41, couplet 1, 19, 28, 34-36)

George Madore s.m.m.

10 augustus 2013.

zondag 22 september 2013

Doe alles wat Hij u zal zeggen (Johannes 2,5)

Dany Bille, diaken
Maria: “Doe alles wat Hij u zal zeggen”


Onderrichting gegeven op 9 augustus 2013 door Dany Bille, tijdens de Internationale ontmoetingsdagen in Saint-Laurent-sur-Sèvre. 
Dany Bille is permanent diaken in de parochie Bonnières-Rosny.



Maria leert ons


Toen Maria gezien had dat Jezus haar vraag begrepen had en er naar handelde, zei ze op de bruiloft van Cana  bemoedigend tot de dienaren om te luisteren naar Christus. Door dit eerste wonderteken: “het veranderen van water in wijn”, beantwoordt Jezus aan een bijzondere behoefte en wordt hij zich bewust van zijn zending. Om op verzoek van Maria dit teken te volbrengen, had Jezus de hulp van mensen nodig. Dus, door Maria, deelt hij met ons wat wij delen met Hem.

Om dienaren van de Christus te zijn, moeten we naar het voorbeeld van Maria onze tijd delen met Hem.  En terwijl we onze tijd delen met Christus in het geloof, worden we ook geroepen om tijd te besteden aan anderen. Geloof en Liefde zijn slechts één. In zijn brief “Porta Fidei” voor het jaar van het geloof zegt Paus Benedictus ons dit: “Het geloof zonder liefde kan geen vrucht dragen en de liefde zonder het geloof is slechts een sentiment ten prooi aan voortdurende twijfel. Geloof en liefde vragen om elkaar, zodanig dat de een de ander in staat stelt om zijn plan te realiseren.”

Delen is samenwerken
Delen, dat is een activiteit van samenwerking om zich volledig in dienst van de ander te stellen. In dit jaar van het geloof nodigt de Kerk ons uit om dicht te staan bij de families, de armen, de zieken, de mensen die in de maatschappij er niet bij horen...... Als we ons herbronnen op het Evangelie en ons laten leiden door Maria, worden we missionarissen van de Kerk in het hart van de wereld die gekenmerkt wordt door broosheid en talloze zwakheden.

Montfort deelt met de armen

Op zijn eigen wijze helpt Montfort ons om midden in de wereld in de missionaire tijden te delen. Sinds zijn aankomst in Poitiers merken de armen van het gasthuis, die arme sloebers, dat hij een bijzondere aandacht voor hen heeft vanwege zijn oogopslag en zijn vier uren van gebed in de kapel, met het gevolg dat dat zij een bijzondere sympathie voor hem hebben. En het zijn juist deze armen die hem kiezen als hun begeleider, om hun bij te staan en te onderwijzen. Door met de anderen te delen getuigen wij van de aanwezigheid van Christus in het hart van ieder. Als wij Jezus in ons hart ontvangen zoals Maria, zijn wij geroepen om een echte liefde te laten schitteren die deel uitmaakt van een nog grotere actie van de Kerk in de wereld.

Hoe kunnen wij midden in de wereld deze voorname dienst van de Kerk laten zien?
In de sociale, culturele en religieuze verscheidenheid, lijkt het me belangrijk
om moedig en vastberaden te delen tot de opbouw en het samen beleven van een werkelijk mensenleven.

Wat is onze verantwoordelijkheid als gedoopte ?

In de hoedanigheid van gedoopten, zijn we ook burgers, werknemers in ondernemingen, in verenigingen, in het publieke leven......  Door ons is de kerk integraal tegenwoordig in de maatschappij. Het is de roeping van ons christelijk leven  om als gezondene ons leven te delen met ieder mens, hoe dan ook; zodat wij kunnen getuigen van de belangeloze liefde van Christus voor ieder van ons. Tijdens zijn bedevaart naar Saint Laurent heeft Paus Johannes-Paulus II deze groet gedaan: “sommigen hebben het bewijs geleverd van een ontroerende christelijke geest terwijl ze, religieus of leek, de gewonden verzorgden, ongeacht het kamp waartoe ze behoorden......... 

Door enkele voorvallen uit uw geschiedenis aan te halen zou ik u willen uitnodigen om de beste ervan te bewaren. Blijf verbonden met Christus; bemin, zoals Hij, de hele mensheid te beginnen bij de minst bedeelden leden, laat hun zien dat je ze liefhebt. Blijf trouw aan de Kerk, aan de Eucharistie en aan het sacrament van vergeving. Laat u doordringen met de liefde die van God komt.”  Johannes-Paulus II nodig ons uit om Christus na te volgen in zijn inzet voor de gehele mensheid en in het bijzonder de armsten. Wij moeten volop onze sociale acties beleven en delen om onze christelijke wortels te laten zien. Deze worteling wordt sterk, te beginnen bij het Woord van God om de anderen te beminnen zoals God zelf ons bemint. “Bemint elkaar zoals ik jullie heb bemind. Er is geen grotere liefde dan zijn leven te geven voor zijn vrienden (Joh. 15,13)

God dienen is de lijdende mens dienen

Als we ons christelijk leven wortelen dwars door ons delen met anderen heen, dienen we Christus. Om God te dienen moeten we dicht staan bij de lijdende mens. Of het lijden nu moreel, psychisch, psychologisch, materieel of fysiek is.

In de wereld van vandaag zijn heel wat mensen meer en meer berooid en gaan door allerlei soorten lijden heen. Wat valt er voor hun en met hun te doen? Wat  moeten we hun zeggen? Hoe moeten we ons tegenover hen gedragen? De anderen dienen; we moeten ze eerst gastvrij onthalen voor een echt werk van begeleiding waarbij geduld nodig is om het lijden van de ander en onze eigen beperkingen in te schatten. Jezus heeft ons opgenomen zoals we zijn en heeft met ons gedeeld zodat wij met onze broeders delen wat Hij is: de God van barmhartigheid. Het opvangen is van het grootste belang. Wat is dan onze manier van ontvangen, d.w.z. om van dienst te zijn bij de uitnodiging van Christus?  Om beschikbaar te zijn voor onze broeders en zusters moeten we naar hen luisteren om zo goed mogelijk met hun te kunnen optrekken in wederzijds vertrouwen en geduld. En deze dienst, deze beschikbaarheid raakt elk aspect van het sociale leven.

“Ik had honger en je hebt me te eten gegeven; ik was een vreemdeling en je hebt me ontvangen; ik was naakt en je hebt me gekleed; ik was ziek en je hebt me bezocht; ik was gevangen en je bent naar me toe gekomen! .......  Wanneer zijn we naar U toegekomen? bezocht; was ik gevangen en ben je naar me toe gekomen! .......  Wanneer zijn we naar U toegekomen?  Voorwaar ik zeg je iedere keer als je dit gedaan hebt voor de minste van mijn broeders, dan heb je dit aan mij gedaan. (Mt. 25, 30-40). Jezus herinnert er ons aan dat een dienst aan een broeder een positieve daad is tegenover Hem. Hij laat ons zien hoe we de relatie met de andere, en in het bijzonder de minst bedeelden,  moeten beleven. Armoede die niet ophoudt de verhoudingen in de maatschappij en zelfs binnen de families te ondermijnen. Om waarachtig met onze broeders te delen, om God waarlijk te dienen in de dienst aan onze broeders, om echt onze zending te beleven, is er een belangrijke fase en dat is de vorming, de opleiding. De vorming die de Kerk ons voorstelt beleven we met haar. Dank zij de Kerk gaan we verder met Jezus door Maria in onze pastorale zending. Paus Franciscus nodigt ons uit om Jezus lief te hebben door de dienst van de nederigheid, hem nederig dienen door de liefde voor onze broeders. Om missionaris te zijn is het duidelijk van belang om Goed gevormd te zijn. Gevormd te worden door onze bisdommen, door onze gemeenschappen is een instrument van verdieping van ons geloof, van  het Woord van God, van ons begrip en van ons aanvoelen van het lijden van onze broeders. Door een goede vorming worden Dienen en Delen concrete daden van  geloof, hoop en liefde. De liefde als een geloofsdaad, komt voort uit een diepe verbondenheid met God. Door het delen en de dienst christianiseren wij niet alleen de armen, de zieken, de jongeren......, maar ook hun omgeving. Delen en dienen vormen het hart van een pedagogische relatie die eigenlijk een evangelische relatie is.

Maria geeft ons het voorbeeld

Om alles goed te doen wat Jezus ons zegt moeten we het beeld ontdekken dat Maria ons geeft. Haar blik tijdens het huwelijksfeest in Cana kan ons helpen, niet alleen maar haar Zoon te bewonderen, maar zich ook in zijn dienst te stellen. Montfort is nooit opgehouden om zich onder haar toezicht te stellen om haar Zoon ten volle te kunnen dienen. Zoals Montfort in de school van Maria, zo laten wij onze broeders en zusters door ons en onze diensten de barmhartigheid van God ontdekken die ons steunt in onze zending. Hij heeft steeds gebeden om goede diensten te kunnen geven aan de jeugd, de armen, de zieken, de verstotenen van de maatschappij, naar het beeld van Jezus. Wanneer Maria zegt: “Doe alles wat Hij u zal zeggen”, nodigt zij ons uit om het diaconale aspect van Jezus te ontdekken, want: “Hij is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven voor velen”.

Franse bisschoppen in Lourdes over Diaconia

Dienen en delen zijn twee pijlers die ons wortelen in de Diaconia 2013 in Lourdes, waar de Franse bisschoppen tijdens de bijeenkomsten (9 tot 13 mei) ons uitnodigden om te leven en te delen om onze bisdommen, onze parochies en onze  gemeenschappen te wortelen op een broederlijk elkaar te dienen. Gedurende die hele bedevaart zijn we werkelijk in dialoog gegaan om de liefdadigheid, de rechtvaardigheid en de liefde voor onze broeders en zusters te beleven. In de sociale, culturele en religieuze verscheidenheid is het belangrijk om te delen met moed en vastberadenheid om te komen tot een nieuwe cultuur van het menselijk leven. Dank zij deze verscheidenheid zijn wij niet alleen geroepen tot een broederlijk leven met de armen, maar eveneens met degenen die overvloed hebben om te delen. Juist zoals Montfort het ook helemaal beleefd heeft.

De Kerk stelt zich door de Diaconia in naam van Christus en naar zijn beeld ten dienste van de armen, de zieken, de verstotenen van onze maatschappij , onze jongeren maar eveneens de rijken die behoefte hebben om een deel van hun rijkdom wettelijk en deemoedig te delen. Door de Diakonia is er geen breuk meer tussen onze geestelijke ervaring en onze inzet in de wereld. Als wij ons toewenden naar Christus en ons in dienst stellen van onze broeders, getuigen wij van de tegenwoordigheid van God in ons en door ons.

Na alle discussies en vieringen die we met elkaar hebben beleefd, en na de getuigenissen van verschillende zieken en hun verzorgers, eenzame mensen en jeugd in moeilijkheden, families die in de miserie zitten, oud-gevangenen, vreemdelingen....... hebben 86 bisschoppen ons gevraagd om ten dienste te staan van de broederlijkheid. Door ons ambt zijn we genodigd om de tekenen en de behoeften van onze broeders te ontdekken zodat we hun van dienst kunnen zijn.

DIACONIA 2013   Terug van Lourdes

Deze drie uitzonderlijke dagen die we in Lourdes beleefd hebben, hebben ons steeds met de neus op de vraag gedrukt:

- Wat zijn de wegen voor de toekomst?  Het eerste een goede ontvangst in de parochies; want dat is de eerste weg van de evangelisatie van de Kerk. In onze dagen zijn veel mensen vereenzaamd, verstoten door de maatschappij en groeien op in een sfeer van lijden. Door de opvang van armen, de zieken en hen die innerlijk lijden, helpen wij hen om zich te integreren, niet alleen in de Kerk, maar ook in het sociale leven.

 - Een andere belangrijke weg is om duidelijk een structuur aan te brengen in de verbanden tussen de dienst aan de zieken, de armen, en hen die innerlijk lijden.... in de wereld en in de kerk. Het is een uitnodiging om het samen leven tussen kerk en armen in de wereld te bezielen, Onze wereld wordt steeds meer en meer op de kop gezet door de scheuren in de familie en vriendschapsband. Deze scheuren versnipperen de band tussen mensen en veroorzaken veel lijden.  Er wordt dus door de bisschoppen een beroep op ons gedaan om “banden te weven” ten dienste van de broederlijkheid. Bij het lezen van het evangelie, in het volgen van Christus de Dienaar, hebben wij allen geleerd om te luisteren naar de stem van de armen van onze tijd. Laten we samen de durf hebben om onze kijk op de zwaksten te veranderen. Laten we onze blik die oordeelt en vernedert inwisselen voor een blik die bevrijdend is. Laten we samen de moed hebben om onze houdingen binnen de christelijke gemeenschap te veranderen zodat de armen er hun plaats kunnen innemen. Gedurende deze drie dagen hebben we de hele tijd als bisschoppen, priesters en diakens op de plaatsen gezeten van de leken, d.w.z. de zieken, de gehandicapten, de ouderen, de gezonden en de jeugd, ook gedurende de eucharistievieringen. Deze gezamenlijke aanwezigheid heeft de ogen en het hart geopend van veel lijdende mensen op “De tegenwoordigheid van God bij hen”. Wij hebben het “samen leven” beleefd door de tegenwoordigheid van de gewijde bedienaren dicht bij ons”, hebben ze me gezegd.

Laat ik er nog bij zeggen, door de ontvangst en de begeleiding dienen en verkondigen wij het woord van God. Wij geven een waar gezicht aan de liefde van de Kerk voor ieder menselijk wezen. Dit gezicht is niet zomaar een beeld, maar een inzet voor de liefde en de broederlijkheid.

Hoe kan ik de kerk van dienst zijn in haar dienst aan de wereld?

Laten we dan de broederlijkheid dienen door alles te doen wat Jezus ons vraagt.
 
                   Dany BILLE, permanent diaken
                   Dienaar van Jezus door Maria.

zondag 15 september 2013

Jezus leert ons bidden


zr Carmelle Dugas, fdls
“Jezus leert ons bidden”

Onderrichting gegeven op 8 augustus 2013 door zr Carmelle Dugas, fdls, tijdens de Internationale ontmoetingsdagen in Saint-Laurent-sur-Sèvre.

‘Verschillende manieren om te bidden’

          +  diapresentatie
Gedurende het volgende uur ga ik met jullie de ideeën delen over het gebed en over zekere vormen van gebed. In ‘n uur kun je niet alles zeggen en zelfs als men alles zei, blijft er nog altijd de ervaring van de persoon die bidt - en ik zou zeggen dat is nog het meest voorname wat ik jullie zou kunnen zeggen.

          +  Plan:
Dit is het plan dat ik jullie voorstel
          =  Wat is het gebed?
          =  Enkele grote bidders in de Bijbel
          =  Noodzaak van het gebed
          =  Soorten van gebed:
                            -  met woorden
                            -  mentaal of inwendig
          =  Praktische raadgevingen om ons voor te bereiden op het gebed.

          +  Het gebed: een fundamentele behoefte
Het gebed is niet voorbehouden aan kloosterlingen. Het maakt deel uit van de geestelijke dimensie van elk menselijk wezen en daarenboven van de Kerk.

          + Luisteren we naar St Paulus in zijn 1e brief aan Timotheus:

“Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken.......... , opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.” 1Tim 2,1-4.

          + Hem kennen die zei: “Ik ben de Waarheid”.

De mens heeft behoefte om in relatie te treden met God en deze relatie op een of andere manier uit te drukken.
          “En nederig de weg te gaan van je God” Micha 6,8.
De weg van iemand gaan betekent in relatie treden.
Montfort zegt dat het gebed het normale kanaal is waarlangs God komt om ons zijn genaden te schenken (LEW #184) het is dus de meest normale manier om God te ontmoeten.

Wat verstaan wij onder gebed?

Het gebed is een dialoog met God. En dat veronderstelt dan ook het geloof in een mogelijke relatie met God. Dit geloof is altijd aanwezig geweest in het hart van het gebed van het Godsvolk.
Het gebed maakt deel uit van ons leven. Wij, daarentegen, u zowel als ik, stellen ons de vraag: “hoe bidden of hoe beter bidden?”

Wij zijn niet de enige om onszelf die vraag te stellen of te twijfelen aan onze vaardigheden om te bidden. Zelfs St. Paulus deed dat. Luister maar naar wat hij ons in de brief aan de Romeinen hfdst. 8 vers 26 zegt:

= “De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten”.

St. Paulus verzekert ons dat de Geest ons komt helpen. Hij komt onze zwakheid te hulp. De Geest is daar in ons. We moeten de Geest in ons laten bidden. Dit is het doel van gebed, of op zijn minst het is wat wij nastreven.

          = “Bidden, is de Geest in- en uitademen” zegt de H. Gregorius.

= “Het gebed, zei Theresia van het Kind Jezus, is een opwelling van het hart, het is een eenvoudige blik, gericht op de hemel, het is een kreet van herkenning en liefde in beproeving of in vreugde. Bidden is niet onszelf uitputten om God mooie gevoelens aan te bieden; het is veeleer onszelf blootstellen aan Hem zoals de kleine vogel zich blootstelt aan de zon zodat Hij alle mogelijkheden van zijn liefde in ons kan komen ontplooien”.

Ze bad aldus: “O mijn God, gelukkige Drie-eenheid.... laat mijn ziel 
volstromen met de golven van oneindige tederheid die in u zijn opgesloten”.

          = Enkele grote getuigen uit de Bijbel laten ons zien dat:
                   + het gebed onmisbaar is
                   + het echt is een ‘van hart tot hart’ tussen de mens en God.
Open ongeacht welk boek van de Bijbel en u vindt er biddende personages.
Ons leven confronteren met de ervaring van de grote Godsgetuigen, dàt is bidden!

          = Abraham
bemiddelt, argumenteert en roept de grootheid van God aan voor Sodom voor de Heer.   (Genesis 18, 22-33)

          = Susanna
“Eeuwige God, u die het verborgene kent en alles weet voordat het gebeurt.... u weet dat ik onschuldig ben”. Daniel 13, 42
“En de Heer hoorde haar en  wekte het heilige vuur in een jongen die Daniël heette”. Daniel 13,44.

          = Salomon
“Heer, geef dus uw dienaar een opmerkzame geest” (1 Kon. 3,9)
“Geef mij de Wijsheid die naast u troont” (Wijsh. 9,4)

          = Maria de moeder van Jezus en onze moeder

“Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken” Lc 2,19
“Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares”. (Lc 1, 46-48)
“Ze hebben geen wijn meer”. Joh 2,3
Maria ziet de behoeften van de anderen en ze geeft Jezus een wenk.

           = Jezus de grote bidder
“Voor hen die U Mij hebt toevertrouwd bid Ik” (Joh 17,9)
“Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt” Mt 26,39

           = Waarom bidden?
De noodzaak om te bidden vloeit voort uit het voorbeeld dat Jezus zelf ons gegeven heeft. Heel het leven van Jezus speelt zich af op het ritme van het gebed. Lees het evangelie van Lucas en je vindt er alle eigenschappen van het gebed.
          = De voorbereiding van tijd en plaats:
“ In die dagen ging Hij naar het gebergte (plaats) om te bidden, en bracht er de hele nacht (tijd) door in gebed tot God”. Luc 6,12) (keuze van de Apostelen) Hij spreekt van zijn Vader.
          = Het gebed vindt plaats in het concrete leven van de mens:
“ Eens was Hij aan het bidden, alleen zijn leerlingen waren bij Hem” (Luc 9,18)
          (verklaring van Petrus over wie Jezus is) Op de vraag van Jezus: “En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?” Wat is meer menselijk? En Petrus aangezet door de Geest antwoordt: “De Messias van God”.
“ Hij nam Petrus, Johannes en Jakobus mee en ging Hij de berg op om te bidden”. (Lc 9,28) (Gedaanteverandering) ....Hij laat zich zien zoals Hij is.
          = In het gebed uit men zijn ontroeringen:
“Toen jubelde Hij het uit, gedreven door de heilige Geest, en zei: ‘Ik dank U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U dit verborgen hebt gehouden voor wijzen en verstandigen en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo hebt U het goedgevonden”. (10,21) (Jezus verheugt zich en bedankt God) en drukt zijn gevoelens uit.
                   = reflectie in het gezicht -
                   = de liefde laat zich zien op zijn gezicht
“Eens was Hij ergens aan het bidden. Toen Hij opgehouden was, vroeg een van zijn leerlingen Hem: ‘Heer, leer ons bidden....” (Lc 11,1) (Het Onze Vader) Vanaf dat moment leerde Jezus hun het mooie gebed: het Onze Vader.

Het gebed van het Onze Vader is het gebed bij uitstek, dat ons door Jezus zelf gegeven is. Het zijn woorden die men nooit volledig kan uitdiepen. Het is een levensprogramma. Dit gebed ontdekken en ons er door laten modelleren is een must voor onze geestelijke vooruitgang.

          = Het gebed leert ons te vergeven
          = Op het Kruis: hij vergeeft en sprak van vergeving “Vader, vergeef hen...” Luc 23,34.                                                                                                        
          = De noodzaak van het bidden is onbetwistbaar.
  
                            Maar hoe moeten wij bidden ?

Wijzen van bidden.

Er zijn verschillende manieren om te bidden, maar ik wilde even stil staan bij twee bijzondere manieren van bidden :
          + het gebed met woorden - alleen of met anderen
          + het inwendig gebed - of meditatie die leidt tot de beschouwing.
Ik zal zoveel mogelijk proberen te vertellen over deze twee manieren van bidden,
wetende dat niet alles gezegd kan worden.

Het gebed met woorden : publiek
De voornaamste bron van het christelijk gebed is de Eucharistie.
Maar je zou meer tijd moeten hebben om dieper op dit gebed bij uitstek in te gaan.
Vandaag stel ik mij tevreden met te spreken over het gebed van de Kerk en het mariale gebed.

          = Het gebed van de Kerk
Het goddelijk officie of het Getijdengebed
Dit gebed is samengesteld uit verschillende delen. Ik neem er slechts drie van.

          = De aanroeping
Elk Getijdengebed begint met “Heer, open mijn lippen”  of   “.... kom mij te hulp”.
Dit herinnert ons eraan dat God zelf in ons komt bidden. Als we deze aanroeping bidden, vragen we de Geest om ons gebed te bevloeien.
Eveneens maken we een klein kruisje op onze lippen of we maken een groot kruisteken. Zo plaatsen we ook ons spreken in de grote beweging van God.
  
                   = De Hymne :

Deze dient om op een gemakkelijke en blijde manier in het gebed te komen. Ze voedt ons gebed, vooral als men de getijden reciteert. Maar ze zijn bedoeld om gezongen te worden.
  
                   = De Psalmen

+ Volgens de benedictijn, Anselm Grün, is het psalmgezang een mooi middel bij de overweging. 

+ De woorden van de psalmen waarmee dit gebed hoofdzakelijk is
             samengesteld, zijn heilige woorden. Ze worden geboren in de stilte van
             God. Ze ontspringen in de diepte van zijn Hart.

Deze woorden vallen in ons hart en niet in ons verstand, en zo worden wij leidingen naar het Hart van God.

Wat moet je zeggen van het geweld dat je in de psalmen tegenkomt ?  Anselm zegt dit, en ik citeer:

“De beelden en de psalmsymbolen geven vorm, bundeling en uitdrukkingskracht aan de inhoud van ons onderbewustzijn.” (Revue Prier, hors serie, La prière des Heures p.6)

+ Met andere woorden het psalmgezang bevrijdt ons van wat ons blokkeert. Het helpt ons om ons te bevrijden van al wat ons hindert bij de beschouwing.

St. Basilius zegt dat het psalmgezang ons bevrijdt van verdriet en zorgt ervoor dat de blijdschap in ons kan opbloeien.

Anselm zegt ook nog: “Wij bidden niet om God te stichten of te ontroeren, maar om onze wensen aan hem te richten”. (Ibid. P.8)
                                                                          
                            = Het Mariaal gebed
Ik zou graag een ogenblik stil staan bij het gebed dat men tot Maria richt. Dit gebed kan ook behoren tot het gebed met woorden, maar ook tot het meditatieve, beschouwende gebed.
Hoe moeten we tot Maria bidden ?
Voor sommige mensen neemt Maria een wezenlijke plaats in hun leven, terwijl voor anderen de mariale vroomheid veeleer een plicht is. Ik treed niet in bijzonderheden van deze uitspraak want die raakt de persoonlijke relatie met Maria.
Laten we bijv. de Rozenkrans nemen die het meest traditionele gebed is en dat is eenvoudig. Het is het gebed van de arme. Het is een soort mantra die tot doel heeft om ons te leiden naar de stilte en naar Hem die deze stilte vult. De Rozenkrans is een meditatie over de geheimen van het leven van Jezus - van de kribbe tot het kruis - met Maria. Het is een evangelisch gebed. Het is geen simpele herhaling van het Weesgegroet dat meer of minder bewust opgezegd wordt.
Maria, als menselijke persoon, is volledig aan ons gelijk behalve de zonde. Als we niet tot Maria kunnen bidden, dan kunnen we met haar bidden. Als Moeder van Jezus heeft Maria grote vreugden beleefd, maar ook groot lijden en verdriet gekend. Laten wij die ons eigen maken.
Maria heeft zeker Jezus leren bidden.
-   Zij is zeker degene die ons het beste kan leren bidden: zij wist te vragen: “Ze hebben geen
    wijn meer...”
-  Zij weet hoe te overwegen: .......zij bewaarde al die belevenissen in haar hart.
-  Zij kan ons tot  de ommekeer in ons leven leiden: “Doe alles wat Hij u zeggen zal”.
-  Zij heeft het Woord van God in haar hart en in haar lichaam ontvangen.


HET GEESTELIJK GEBED/ DE MEDITATIE/ HET GEBED/ DE BESCHOUWING

De meditatie is geen nieuwigheid in het christelijk leven; ze heeft diepe wortels in de traditie.
-Mediteren dat is het stil maken in ons om God te ontmoeten.
          De ontmoeting van de God die in on binnenste is.
          Johannes van het Kruis zegt: “God is het middelpunt van mijn ziel”.
          En Julienne van Norwich zei:”God is het onbeweeglijke punt in mijzelf”.
          En Montfort zegt ons in zijn kantiek # 24: v 38 : Mijn ziel, ga je eigen hart
          binnen, laat de onbenulligheden achterwege..... God roept aan je hart...
          Al het goede van je is bij hem.

Het is echt buitengewoon dat deze stilte, ondanks de verstrooiingen van de moderne wereld, perfect mogelijk is voor ieder van ons. Om deze staat van stilte en onbeweeglijkheid te bereiken is het nodig dat we van onze tijd, onze energie en liefde aan hem wijden.

-De meditatie gaat niet vanzelf en vraagt een tijd van voorbereiding.
          Een tijd vaststellen en je eraan houden. Dat is een afspraak met God.

De voorbereiding op deze belangrijke daad is wezenlijk. Het gaat erom dat wij bereid zijn voor het gebed. Het onderwerp van het gebed vooorbereiden, bijv. de keuze en lezing van een passage uit het Evangelie of een andere bijbelse tekst, de avond tevoren.
De plaats is ook belangrijk. Zonder gestrengheid een plaats kiezen die leidt tot gebed: een open ruimte; een heiligdom. Af en toe de plaats veranderen kan gunstig zijn.
Een griekse monnik van de eerste eeuwen zei: “Je bent een tempel, zoek geen plaats!”
          “De heilige plaats”, zegt Jean Marie Gueulette, “zijn we zelf”.

Enkele raadgevingen die ons kunnen helpen bij het gebed.

Begin van het gebed
          =       Om het gebed te beginnen geef ik het aan met heel mijn wezen en ik stel een “persoonlijke liturgie” vast (gebaren die helpen om te gaan zitten, om me in tegenwoordigheid van God te stellen of liever om me bewust te maken van de tegenwoordigheid van God). De heilige Geest aanroepen en hem vragen om me te helpen bij deze belangrijke fase van mijn dag.
                   Ieder vindt zijn eigen manier om aan het gebed te beginnen.

          =       Het geestelijk gebed wordt vergeleken met een reusachtige boom vol rumoerige apen die van de ene op de andere tak springen en voortdurend schreeuwen en onrustig doen. Zo gauw wij beginnen te mediteren merken wij in welke mate dit beeld de onrust beschrijft die  voortdurend in onze geest heerst. Het gebed bestaat er niet in om deze verwarring groter te maken door te proberen het met een ander kletspraatje te verdoezelen.

          =       Een vers uit de psalm kan van pas komen - “Uit de diepte roep ik tot u, Heer,” Ps. 130 of ook : “God, u bent mijn God, u zoek ik, naar u smacht mijn ziel...” Ps.63 - “als in een dor en dorstig land, zonder water”.  Wij zijn dit droge land. Denken we ons dat in en richten wij ons hart op de Bron die onze dorst kan lessen.

          =       Ik kan ook ontspanningsoefeningen doen, me bewust worden van ieder deel van mijn lichaam en door mijn ademhaling alle spanning loslaten en mijn spieren ontspannen.
          Of ik kan mezelf zien boven aan een trap en langzaam de treden afkomen. Er zijn vele methodes om tot concentratie te komen.
          Het gaat erom door God aanvaard te worden - door Hem opgenomen worden elke dag opnieuw, elk ogenblik opnieuw.

Het corpus van het gebed
Dat is wat gebeurt in het meest innerlijke van jezelf. Ik zou zeggen dat is deel dat het meest betrokken is op God.
Het begin en het einde van het gebed hoort ons zelf toe. Daar je best voor doen conditioneert ons gebed. Vervolgens laten we God handelen.

Het gebed beëindigen door God te bedanken en de genade van trouw te vragen.

In de leerschool van de Carmel geeft men drie sleutelwoorden om het gebed in te gaan: Lichaam, Hart, Geest.

Lichaam: Ons lichaam kan een obstakel zijn voor het bidden in de zin dat het zonder ophouden in beweging is en ons belet om ons te concentreren. Maar ons lichaam is ook een instrument, een drager die ons helpt om ons met God te verenigen.

De tijd nemen om het op te nemen. De houding van mijn lichaam heeft invloed op mijn geest: het rechtop zitten bevordert de ademhaling en de concentratie, het plat neerliggen voedt de gevoelens van berouw, het ontspannen helpt ons om het middelpunt te bepalen. De innerlijke meditatie is verre van automatisch.
Om mee te gaan heeft het lichaam de tijd nodig om ook in het gebed te komen.

We zeggen heel gemakkelijk dat het gebed een kunst is, iets dat men leert. Het is waar, men kan veel leren over het gebed. Maar uiteindelijk is het door te bidden, dat men leert bidden.

 Geest : De hulp van de H. Geest vragen. Vervolgens de gekozen tekst herlezen. Zich laten aanraken, het Woord steeds opnieuw laten opkomen, verbanden leggen, er verder over nadenken. Ik stel mezelf vragen : wat wil Jezus me leren door zijn woord? Wat kan ik van mezelf leren. Tot welke ommekeer ben ik geroepen? De Geest bidt in mij.

Hart : Het laten spreken, zijn hart uitstorten, weer terugkomen bij mijn emoties, ze uitdrukken. St. Augustinus zei: “het hart is bij uitstek de plaats waar God zichzelf ontdekt en weer ontmoet, de plaats waar hij wordt bemind en gewaardeerd”. Laten we er ons van bewust zijn.

Ik zou graag deze onderrichting eindigen met te spreken over twee grote bidders die ons zeer dierbaar zijn en die onze geschiedenis gemarkeerd hebben: de Heilige Louis-Marie Grignion van Montfort en de Zalige Marie-Louise Trichet.

Montfort was een reus in het gebed, een mysticus.
+       Zijn gebed was gecentreerd op de Wijsheid en op Maria
+       Hij vroeg voortdurend de Wijsheid
+       De Brandende Bede
+       De heilige Rozenkrans
+       De 164 Kantieken

De grot van Mervent was zijn geliefde toevlucht om er zich aan de beschouwing over te geven.

Marie-Louise trok zich terug in haar innerlijke gebedsruimte.

“Mijn geliefde Jezus, geef mij de genade om in praktijk om te zetten wat u mij in uw goedheid hebt willen ingeven, en dat is te werken om mijn innerlijke gebedsruimte klaar te maken voor u om er te logeren”. (En direct avec Marie-Louise, .71).                                                                                 


Gebed om te eindigen.
Sr. Carmelle Dugas fdls