Het kapelletje van
‘het hart van Marie Louise’
|
“Lieve
Jezus, schenk mij de genade en de goedheid om mij te inspireren, het werk dat
nodig is in mezelf, in praktijk te brengen zodat het een kapelletje kan worden
om U er in te laten wonen.
Redder
van mijn ziel, kom mij te hulp, want ik ben enkel zwakheid. Mijn onvolmaaktheid
overstelpt mij, wat is ze groot. Lieve Jezus, heb medelijden met mij. De
nederigheid zal het fundament zijn van dit gebouw. Alle kleine vernederingen
die zich zullen voordoen, zal ik ontvangen met de hulp van uw heilige genade.
Ik zal ze dragen met geduld zonder mij te beklagen bij iemand en ik hoop dat
dit met vreugde zal gebeuren. Ik hoop op uw goedheid, zodat de plaveien van dit
gebouw steeds mooier worden en versierd worden van deze heldhaftige en nauw aan
het hart gelegen deugd. Ik bekijk mezelf altijd als iemand die nog steeds niet
waardig is bevonden te staan naast de bruiden van Jezus-Christus.
Er
zullen vier zuilen zijn in deze kleine kapel:
·
De
Gehoorzaamheid
·
De
onthechting van alle schepselen
·
De
Liefde voor het lijden
·
De
Voorzichtigheid
Kapelletje 'Het Hart van Marie Louise' Saint-Laurent-sur-Sèvre |
Bij
de zuil van de onthechting van alle
schepselen, zal ik eraan werken, voor zover mij dit mogelijk is, om mijn
hart niet te laten overvallen aan alles wat aards is. Ik zal er heel goed over
waken, met de genade van God, dat al deze bewegingen en verzuchtingen er zijn
voor mijn lieve Jezus. Je zal eraan werken om te versterven aan al deze
schepselen, vooral aan mezelf, en de oude mens in mij te laten sterven om het
geluk te hebben helemaal en onverdeeld mens te zijn verenigd met God alleen. Ik
hecht mij aan niets, ook niet aan mijn devoties en ben klaar en met toestemming
van Gods genade, geen toegang te hebben, als mijn biechtvader mij verbiedt om
te communie te gaan of andere devoties te doen. Ik wil geen enkele band. En
mocht het gebeuren dat dit arme hart het ongeluk heeft zich te binden aan iets
aards, dan zal ik een Veni Creator bidden, met de handen open als op het kruis.
Bij
de zuil van de Liefde voor het lijden,
hoop ik met de hulp en de genade van God en met onderdanigheid, alle kruisen
die mij gegeven zullen worden door Jezus te ontvangen, die mij wil eren met wat
hem het meest aan het hart ligt en dat wil schenken aan hen van wie hij heel
veel en van harte houdt. Ik zal me bij niemand beklagen over een kleine
tegenspraak, over misprijzen en lijden. Ik zal slechts toevlucht vinden als ik
mij bevind in een staat van verslagenheid en diepe droefheid dan bij God
alleen. En als ik genoodzaakt ben ze kenbaar te maken, dan zal ik dat enkel
doen bij mijn biechtvader. Ik zal het bovendien heel beknopt doen en steeds met
wantrouwen kijken naar mijn eigenliefde die zo vindingrijk is om in alles wel
een troost te vinden. .Indien ik per ongeluk niet geduldig de kruisen draag,
dan doe ik ter penitentie een prikkende riem aan voor vijf uren ter ere van de
vijf wonden van Christus.
Bij
de zuil van de Voorzichtigheid, zal
ik om God te behagen, scherp waken over mijn innerlijk en mijn uiterlijk, over
mijn blik waarmee ik kijk, over mijn woorden, over mijn denken, over mijn
verlangens, over mijn neigingen, over de stappen die ik zet. Ik zal waken over
al mijn handelingen, opdat alles zou gestuurd worden volgens de geest van
Jezus-Christus en tot meerdere eer en glorie van God. Ik neem al mijn zusters
weer aan met een grote zachtheid en standvastigheid. Jezus, ik vraag deze grote
zachtheid, om ze opnieuw na te volgen in zekere zin zoals ze tot vandaag is
geweest en mij daarin te verdragen met een oneindig geduld waarvoor ik U dank
uit heel mijn hart. Indien ik het ongeluk heb mij af te wenden van deze grote
deugd van voorzichtigheid, zal ik niet nalaten om er penitentie voor te doen
door gedurende drie uren prikkende armbanden te dragen voor elke keer dat ik
hierin gemankeerd heb.
Welke
vreugde en troost zal mijn ziel ontvangen als ik op het einde van de dag, bij
het bezoek aan deze innerlijke zuilen, dat ik kan merken dat ik niet
verwaarloosd heb om ze meer en meer aangenaam te maken in de ogen van God.
De
spirituele gordijnen die aan het tabernakel vastgemaakt zijn, zullen de
Godsvrucht zijn. De houdertjes om de gordijnen vast te houden zullen de
Standvastigheid zijn. Dit nodig is om al het goede te ondernemen dat God van
mij vraagt. De ringen zullen de Waakzaamheid zijn om mijn taken te vervullen,
de bedekking van dit tabernakel zal de Zachtheid zijn en om deze nauw aan het
hart liggende deugd te verkrijgen voor de laatste nauwkeurigheid op mijn tong
zodat ik spreek met schranderheid en opdat het ook waakt over mijn hart mochten
er ongeduldige bewegingen opkomen, zodat deze gestopt worden met de hulp van de
Heilige Geest die slechts rust op een nederig en berouwvol hart. Als het mij
zou gebeuren dat ik een fout doe op deze deugd van zachtheid, dan doe ik
penitentie door ’s nachts op te staan om een kwartier boete te doen met een
koord om de hals.
Ik
doe geen enkele van deze penitenties zonder toelating van mijn biechtvader. O
wat een geluk dat ik via al deze kleine praktijken een ruimte kan maken die God
zal behagen. Wat zal het een troost zijn voor mijn ziel te werken aan dit grote
werk van perfectie om God te kunnen laten verblijven.
Wat
een voorrecht als je de beslissingen die je neemt ook in praktijk brengt.
Jezus, ik hoop op uw oneindige goedheid en ik ben vastbesloten, met de hulp van
uw heilige genade, om mijn laatste trouw uit te voeren.
Ter
overweging:
- Waar bevinden deze vier zuilen zich in mijn eigen dagelijks leven?
- Hier werden vele deugden opgesomd, vooral in de laatste paragrafen. Met welke hiervan wordt ik dagelijks geconfronteerd? Stimuleren ze ook mijn leven?
- Heeft het gewetensonderzoek nog een plaats in mijn leven? Hoe beleef ik dit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten