Pagina's

dinsdag 10 januari 2012

Het denken van Montfort

“De Ware Godsvrucht is geen tovermiddel, maar ze is de weerslag van een heilige. En heiligen weten meer dan wij, ze zien helderder. Ze zijn helderziende in de dingen van God.” (Kardinaal Danneels)

In zijn boekje De Liefde van de Eeuwige Wijsheid wijdt Montfort een heel hoofdstuk aan het plan van God om de schepping te redden en om aan de schepping een heel nieuwe wending te geven. Jezus, de Wijsheid, neemt het besluit: “Nu ga Ik naar de mensen toe”. Dit vinden we ook terug in het exodusverhaal waar God de vader zegt: “Ik heb het geklaag van mijn volk gehoord, ik daal af.” Om dat plan uit te voeren kiest hij onder de mensen Maria uit, om aan dit plan een definitieve wending te geven.

Wat God beloofd heeft voert Hij uit

Hoe ziet Montfort nu het handelen van God? God is in de geschiedenis binnengetreden. Daaraan is een lange tijd van voorbereiding voorafgegaan. Omstreeks 1800 jaar vóór Christus heeft God zich tot Abraham gericht en 1800 jaar later liet Hij Christus zelf in de wereld komen. Die menswording is in Gods plan eigenlijk al begonnen met Abraham. Hij zei tegen Abraham: “Trek weg en ik ga van u een volk maken.” Een belofte.

En doorheen de hele geschiedenis zien we, dat als God zijn woord geeft, Hij zich ‘kleeft’ aan degenen aan wie hij zijn belofte doet. Abraham is op zwerftocht gegaan. Hij heeft zijn geloof in die belofte van God doorgegeven aan Isaak en Jacob. Zij hadden op hun zwerftocht door het leven niets anders in handen dan die belofte van God. Hun geloof was: wat God belooft voert hij ook uit. Ook al lijken de omstandigheden dit op het eerste gezicht tegen te spreken. In Egypte belandde het volk van God immers in de slavernij.

Gods plan belet blijkbaar niet dat het sinds Abraham met ups en down vooruitgaat. Toen de nood het hoogst was richtte God zich tot Mozes: “Ik heb het geklaag van mijn volk gehoord. Ik daal af. Ga naar Farao en ga pleiten voor mijn volk.” Met Mozes kwam er weer zo’n scharnierpunt in de geschiedenis. Met hem wordt het ‘Verbond’ tot stand gebracht.

Maar ondanks dit verbond raakt het volk toch weer op de dool. Er wachtte hen een verblijf van veertig jaar in de woestijn (40 jaar was toen een mensenleven).  Ook nadat ze het ‘Beloofde Land’ waren binnengetrokken, wisselden momenten van euforie en van tegenslag elkaar af: na hoogtepunten met de koningen Saul, David en Salomo, waren er ook dieptepunten.

Een absoluut dieptepunt was de ballingschap naar Babylonië en de verwoesting van de tempel van Jeruzalem met de vernietiging van de ark van het verbond. In die periodes van ontrouw en vertwijfeling stonden er evenwel profeten op die eraan herinnerden dat God zijn woord steeds gestand houdt. Het is immers ook een constante in Gods handelen met de mensen dat Hij zijn doel bereikt ondanks menselijke zwakheid of ernstige hindernissen.

Denkend aan allen richt God zich tot enkelen

Uit een groep van armen, van getrouwen,  is uiteindelijk Maria geboren en ook aan Maria zal God een belofte doen: Degene die uit u zal geboren worden, zal de Messias zijn. In Jezus komt inderdaad het Nieuwe en Altijddurende Verbond tot stand. Hier breekt Gods plan met de mensen definitief door.

Montfort vraagt zich af hoe God nu eigenlijk handelt en wat hij uit zijn gedragslijn kan afleiden. Hem frappeert dat God zich doorheen zijn hele plan, doorheen de hele mensengeschiedenis richt tot één enkel mens. Hij richt zich, denkend aan alle mensen, tot Abraham, tot Mozes, tot Maria. God richt zich daarbij niet in de eerste plaats tot de meest begaafde mensen. In het plan van God wordt niet gekeken naar de menselijke kwaliteiten of gebreken. Mozes stond niet bekend als een goed redenaar, hij stotterde. Maria kwam voort uit de Anawim, de kleinen, degenen die niet op eigen krachten steunen, die alles verwachten van God.

God stelt zich ‘afhankelijk’ op

Denkend aan allen richt God zich dus tot enkelen. Bovendien gaat God niet naar de mensen met een overvloed aan geschenken, maar hij richt zich tot mensen met vragen, uitnodigingen, oproepen. God stelt zich afhankelijk op. Hij neemt het initiatief en vraagt: wilt gij… Dit is het Godsbeeld van Montfort. Hij is een vragende God. Hij dringt aan.

“Hier ben ik.”

Een ander aspect in dit hele schema van het handelen van God is dat, hoewel hij een vragende God is, er eigenlijk maar één antwoord mogelijk is. Het antwoord is stereotiep: “Hier ben ik.” Zowel Abraham als Mozes zeggen het. Maria zegt: “Zie de dienstmaagd van de Heer.” Het is de gelovige die positief antwoordt op de vraag van God. Toen hij in de wereld trad, zei ook Jezus: “Hier ben ik om uw wil te volbrengen.” Dat is dan ook het kerngebed dat Montfort ingewerkt heeft in zijn Toewijding, de hernieuwing van de doopbeloften: hier ben ik.

Maria, de kortste weg tot Jezus

Maria heeft duidelijk haar plaats in het grote werk van God. In het Kanaverhaal zijn zowel Jezus als Maria aanwezig. Maria ziet dat het feest dreigt te mislukken en ze richt zich tot Jezus. Maar hij antwoordt: “Vrouw, wat heb ik en jij daarmee te maken. Mijn uur is nog niet gekomen.”  Bij Johannes betekent het uur het aanbreken van de invulling van het verlossingsplan. Maria is degene die aan God de kans geeft om eindelijk dat plan uit te voeren. Ze treedt binnen in het verlossingswerk, in het handelen van Jezus.

En helemaal op het einde van het verhaal staat er: ‘Dat was het begin van Jezus’ tekenen, te Kana in Galilea. Hij openbaarde zijn heerlijkheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.’ Dit wil zeggen: Hij openbaarde wie Hij was in dat grote plan van God, die eindelijk zijn nieuw en eeuwig verbond tot stand gaat brengen. Maria was aanwezig in Kana bij het begin van het geloof van de leerlingen.

En ook wanneer het uur van Jezus gekomen is, staat ze daar weer. Net op het moment dat het geloof van de leerlingen ernstig aan het wankelen is, staat Maria samen met Johannes onder het kruis en krijgt ze van Jezus op Golgotha een nieuwe zending: “Vrouw, ziedaar uw zoon”, die aan het wankelen is, die steun nodig heeft, die nog moet groeien in zijn geloof. En tot Johannes zegt Hij: “Ziedaar uw moeder.”  Montfort heeft zich sterk gebaseerd op de zending die Maria heeft bij de gelovigen.

In de Handelingen van de Apostelen zien we hoe Maria heel concreet haar plaats inneemt temidden van de leerlingen die aarzelden in hun geloof. Maria was erbij toen, tijdens het pinkstergebeuren, de Kerk is geboren en de leerlingen nieuwe mannen werden, mannen die door God werden bewoond. Montfort reflecteert hierop en heeft dezelfde situatie in etappes doorlopen en heeft gezegd: God is in mij komen wonen. Dat is mogelijk voor ieder van ons. Montfort wijst ons daartoe een gemakkelijke weg en die gemakkelijke weg loopt via Maria.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten