Priesterwijding op 5 juni 1700 op 27-jarige leeftijd
Montfort
vroeg aan de overste van het seminarie om niet langer naar de Sorbonne te
hoeven voor de lessen. Hij verkreeg het verlof voor de zelfstudie van de
Sulpicianen, die gespecialiseerd waren in de opleiding van priesters. Hij heeft
de bijbel toen grondig bestudeerd en die jaren van zelfstudie waren voor
Montfort van beslissende aard. Op aanraden van zijn geestelijke leidsman,
mijnheer Lesschassier, en ofschoon hij zich er zelf nog niet klaar voor voelde,
heeft hij zich op 27-jarige leeftijd in de St-Sulpicekerk te Parijs laten
priester wijden. Een scharniermoment in zijn leven.
Tijdens
de eerste drie jaren van zijn priesterleven trad Montfort nog niet op de
voorgrond. Pas daarna gaan we hem als verkondiger, als missionaris herkennen.
Hij ging eerst onder de armen wonen, in armenhuizen. Hij vertoonde zoals Jezus
een voorliefde voor de armen, de uitgestotenen van de maatschappij. Vergeet
niet dat we in de tijd leefden van Louis XIV, de Zonnekoning, die leefde in de
weelde van Versailles. Deze wilde een stralende maatschappij waarin geen plaats
was voor marginalen. De straten werden schoongeveegd en het veegsel belandde in
armenhuizen.
In
dergelijke tehuizen is Montfort gedurende drie jaar aalmoezenier geweest. Hij
ging ervan uit dat God een voorliefde had voor de armen. En als geen ander keek
hij ernaar uit dat God bij hem zijn intrek zou nemen. Om daartoe kans te maken,
moest hij dus wel vrijwillig in armoede gaan leven. Datzelfde zal hij
verwoorden in zijn levensgeheim, de toewijding. Eén van de hoofddoelen van zijn
toewijding bestaat erin je radicaal arm te maken.
Deze
drie jaren van Montforts leven zou je kunnen samenvatten als een contemplatieve fase waarin hij de tijd
gebruikte om Gods handelen te overpeinzen en om uit te zoeken welke zijn plaats
daarin was. Op het einde van die periode
schrijft hij zijn boekje ‘De Liefde van
de Eeuwige Wijsheid’ waaruit volgend citaat: ‘U bent zo schoon en zo
liefelijk, U hebt mij voor zoveel kwaad behoed en mij met zoveel weldaden
overladen. En toch wordt u zo genegeerd en misprezen. Hoe zou u dan willen dat
ik zwijg?’ Vanaf dit moment treedt hij naar buiten en wordt hij de actieve
missionaris.
Het keerpunt: het Pinksteren van Montfort (1703)
Montfort
zat onder een trap in Parijs, de Rue du Pot de Fer. Onder die trap heeft hij
een hoogtepunt beleefd. Die plaats fungeerde voor hem als een cenakel, waar hij
teruggetrokken en al biddend tot het inzicht kwam van wat hem te doen stond.
Daar riep hij rond zijn 30ste de vraag uit: “Hoe wilt ge dat ik
zwijg!”. Een scharniermoment in zijn leven: de contemplatieve man schiet in
actie en gaat God verkondigen.
Hij
wordt een rondtrekkend volksmissionaris. Vaak stuitte hij daarbij op de
tegenwerking van Jansenistische overheden, gemakzuchtige zielzorgers en
vrijdenkers. Maar het volk gaf hem de naam van ‘le bon père de Montfort’. Hij
was een onweerstaanbaar redenaar en deed met zijn preken in heel West-Frankrijk
het geloofsleven heropbloeien. Alom richtte hij kruisen op langs de Bretonse
wegen.
Romereis
In
1706, op zijn 33ste werd Montfort voor het eerst door de bisschop
van Poitiers uit diens bisdom weggestuurd. Montfort besloot naar de paus
(Clemens XI) te gaan en hem te vragen hem op missietocht te sturen naar het
Franse buitenland, vooral Canada en India. Maar de paus ging op dat verzoek
niet in en stuurde hem terug naar Frankrijk. Daar was er immers werk genoeg.
Montfort was gehoorzaam aan de paus en bleef in Frankrijk. Tussen 1706 en 1710
ontpopte hij zich inderdaad tot die onverdroten missionaris en volkspredikant
die een eigen evangelisatiestijl ontwikkelde en zich daarbij door niemand of
niets liet afschrikken. Zeker acht keer heeft hij moeilijkheden gehad met een
bisschop. Het feit dat hij met gezag sprak leverde hem vaak problemen op. Vijf
keer werd er een aanslag op hem gepleegd. In 1712 ontsnapte hij ternauwernood
aan de dood.
Pontchâteau
In
1710 beleefde Montfort in Pontchâteau weer een scharniermoment. Daar had hij
een vijftiental parochies in de omgeving gemobiliseerd om mee te werken aan de
oprichting van een calvarieberg. Daarbij moest hij er ook voor zorgen dat die
mensen voldoende te eten hadden. Op 14 september, het feest van de
kruisverheffing, wilde hij de calvarieberg inzegenen. Daags tevoren ontving hij
evenwel een bericht van de bisschop van Nantes waarin die hem verbood om de
kruisberg in te zegenen.
Er
waren toen al 20.000 mensen verzameld. Die nacht is hij nog te voet naar Nantes
gegaan - een afstand van 45 km - en trof er in de vroege ochtend de bisschop.
Maar deze liet zich niet overhalen om zijn verbod in te trekken. Het was een
politieke kwestie. Montfort werd ervan beschuldigd dat hij een fort aan het
bouwen was om een invasie van de Engelsen te vergemakkelijken. De kruisberg is
gelukkig nooit helemaal afgebroken. Hij staat er nog en vormt nog steeds een
van de grote bedevaartplaatsen van Bretagne.
Montfort
is na die ontgoocheling op retraite gegaan bij de Jezuïeten in Nantes en pas op
het einde van de retraite vertelde hij hen wat er allemaal gebeurd was. Ze
waren erover verwonderd in wat voor vrede die man leefde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten