Pagina's

vrijdag 13 januari 2012

Op stap met de heilige Montfort (2)


Priesterwijding op 5 juni 1700 op 27-jarige leeftijd

Montfort vroeg aan de overste van het seminarie om niet langer naar de Sorbonne te hoeven voor de lessen. Hij verkreeg het verlof voor de zelfstudie van de Sulpicianen, die gespecialiseerd waren in de opleiding van priesters. Hij heeft de bijbel toen grondig bestudeerd en die jaren van zelfstudie waren voor Montfort van beslissende aard. Op aanraden van zijn geestelijke leidsman, mijnheer Lesschassier, en ofschoon hij zich er zelf nog niet klaar voor voelde, heeft hij zich op 27-jarige leeftijd in de St-Sulpicekerk te Parijs laten priester wijden. Een scharniermoment in zijn leven.

Tijdens de eerste drie jaren van zijn priesterleven trad Montfort nog niet op de voorgrond. Pas daarna gaan we hem als verkondiger, als missionaris herkennen. Hij ging eerst onder de armen wonen, in armenhuizen. Hij vertoonde zoals Jezus een voorliefde voor de armen, de uitgestotenen van de maatschappij. Vergeet niet dat we in de tijd leefden van Louis XIV, de Zonnekoning, die leefde in de weelde van Versailles. Deze wilde een stralende maatschappij waarin geen plaats was voor marginalen. De straten werden schoongeveegd en het veegsel belandde in armenhuizen.

In dergelijke tehuizen is Montfort gedurende drie jaar aalmoezenier geweest. Hij ging ervan uit dat God een voorliefde had voor de armen. En als geen ander keek hij ernaar uit dat God bij hem zijn intrek zou nemen. Om daartoe kans te maken, moest hij dus wel vrijwillig in armoede gaan leven. Datzelfde zal hij verwoorden in zijn levensgeheim, de toewijding. Eén van de hoofddoelen van zijn toewijding bestaat erin je radicaal arm te maken.

Deze drie jaren van Montforts leven zou je kunnen samenvatten als een contemplatieve fase waarin hij de tijd gebruikte om Gods handelen te overpeinzen en om uit te zoeken welke zijn plaats daarin was.  Op het einde van die periode schrijft hij zijn boekje ‘De Liefde van de Eeuwige Wijsheid’ waaruit volgend citaat: ‘U bent zo schoon en zo liefelijk, U hebt mij voor zoveel kwaad behoed en mij met zoveel weldaden overladen. En toch wordt u zo genegeerd en misprezen. Hoe zou u dan willen dat ik zwijg?’ Vanaf dit moment treedt hij naar buiten en wordt hij de actieve missionaris.


Het keerpunt: het Pinksteren van Montfort (1703)

Montfort zat onder een trap in Parijs, de Rue du Pot de Fer. Onder die trap heeft hij een hoogtepunt beleefd. Die plaats fungeerde voor hem als een cenakel, waar hij teruggetrokken en al biddend tot het inzicht kwam van wat hem te doen stond. Daar riep hij rond zijn 30ste de vraag uit: “Hoe wilt ge dat ik zwijg!”. Een scharniermoment in zijn leven: de contemplatieve man schiet in actie en gaat God verkondigen.

Hij wordt een rondtrekkend volksmissionaris. Vaak stuitte hij daarbij op de tegenwerking van Jansenistische overheden, gemakzuchtige zielzorgers en vrijdenkers. Maar het volk gaf hem de naam van ‘le bon père de Montfort’. Hij was een onweerstaanbaar redenaar en deed met zijn preken in heel West-Frankrijk het geloofsleven heropbloeien. Alom richtte hij kruisen op langs de Bretonse wegen.


Romereis

In 1706, op zijn 33ste werd Montfort voor het eerst door de bisschop van Poitiers uit diens bisdom weggestuurd. Montfort besloot naar de paus (Clemens XI) te gaan en hem te vragen hem op missietocht te sturen naar het Franse buitenland, vooral Canada en India. Maar de paus ging op dat verzoek niet in en stuurde hem terug naar Frankrijk. Daar was er immers werk genoeg. Montfort was gehoorzaam aan de paus en bleef in Frankrijk. Tussen 1706 en 1710 ontpopte hij zich inderdaad tot die onverdroten missionaris en volkspredikant die een eigen evangelisatiestijl ontwikkelde en zich daarbij door niemand of niets liet afschrikken. Zeker acht keer heeft hij moeilijkheden gehad met een bisschop. Het feit dat hij met gezag sprak leverde hem vaak problemen op. Vijf keer werd er een aanslag op hem gepleegd. In 1712 ontsnapte hij ternauwernood aan de dood.


Pontchâteau

In 1710 beleefde Montfort in Pontchâteau weer een scharniermoment. Daar had hij een vijftiental parochies in de omgeving gemobiliseerd om mee te werken aan de oprichting van een calvarieberg. Daarbij moest hij er ook voor zorgen dat die mensen voldoende te eten hadden. Op 14 september, het feest van de kruisverheffing, wilde hij de calvarieberg inzegenen. Daags tevoren ontving hij evenwel een bericht van de bisschop van Nantes waarin die hem verbood om de kruisberg in te zegenen.

Er waren toen al 20.000 mensen verzameld. Die nacht is hij nog te voet naar Nantes gegaan - een afstand van 45 km - en trof er in de vroege ochtend de bisschop. Maar deze liet zich niet overhalen om zijn verbod in te trekken. Het was een politieke kwestie. Montfort werd ervan beschuldigd dat hij een fort aan het bouwen was om een invasie van de Engelsen te vergemakkelijken. De kruisberg is gelukkig nooit helemaal afgebroken. Hij staat er nog en vormt nog steeds een van de grote bedevaartplaatsen van Bretagne.

Montfort is na die ontgoocheling op retraite gegaan bij de Jezuïeten in Nantes en pas op het einde van de retraite vertelde hij hen wat er allemaal gebeurd was. Ze waren erover verwonderd in wat voor vrede die man leefde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten