Pagina's

dinsdag 2 april 2013

Tijdens de communie - WG 267 - 268 - 269

Tijdens de heilige Communie

267. Wanneer u na het Onze Vader gereed bent Jezus Christus te ontvangen, zeg dan driemaal: “Heer, ik ben niet waardig” (Mt 8,8) enzovoort. De eerste keer richt u zich tot de eeuwige Vader in deze trant: wegens uw slechte gedachten en uw ondankbaarheid tegenover zulk een goede Vader bent u niet waardig Zijn enige Zoon te ontvangen. Maar hier is wel Maria, zijn dienstmaagd: “Zie de dienstmaagd van de Heer” (Lc 1,38), in uw plaats. Zij geeft u namelijk bijzonder veel vertrouwen en hoop ten aanzien van Zijne Majesteit. “Op bijzondere wijze immers hebt Gij mij door hoop stevigheid gegeven” (V/Ps 4,10).

268. U richt zich tot de Zoon: “Heer, ik ben niet waardig” enzovoort, in deze trant: U bent niet waardig Hem te ontvangen wegens uw nutteloze en verkeerde gesprekken, uw ontrouw in Zijn dienst. Maar toch smeekt u Hem, medelijden met u te hebben, want u wilt Hem binnenleiden in het huis van Zijn en uw Moeder, en u zult Hem niet laten gaan, zonder dat Hij bij haar zijn intrek is komen nemen. “Ik houd hem vast en ik laat hem niet gaan, tot ik hem heb binnengeleid in het huis van mijn moeder en in het slaapvertrek van haar die mij baarde” (Hl 3,4). Vraag Hem, dat Hij op zou staan en komen zou in de plaats van Zijn rust, in Zijn heilige ark: “Rijs op, Heer, en treed binnen in de plaats van uw rust, Gij en Uw heilige ark” (Ps 132,8). (...) 

269. U richt zich tot de heilige Geest: “Heer, ik ben niet waardig”, in deze trant: U bent niet waardig om het meesterwerk van Zijn liefde te ontvangen, wegens de lauwheid en boosheid van uw werken en uw weerspannigheid tegen Zijn inspraken. Maria echter, Zijn getrouwe Bruid, is uw enige hoop. (...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten