Geraakt door de nederigheid van
God
Spiritualiteit in de lijn van
Louis-Marie Grignion de Montfort
Tekst van de lezing uitgesproken tijdens
de boekpresentatie op 25 maart 2013 door pater Frans Fabry
Mariadevotie
en het boek van Wiel Logister
Het beeld
van Maria en mijn eigen benadering van de Mariadevotie
‘Mijn eigen benadering’:
daaronder versta ik de benadering van de Mariadevotie van Montfort zoals ik ze
zie. Ook dit, ik beperk mij hoofdzakelijk tot het boekje De Ware Godsvrucht, terwijl je eigenlijk het geheel van zijn
geschriften, en ook zijn levenswijze, aandachtig moet bekijken om zijn
geschriften, en ook zijn levenswijze, aandachtig moet bekijken om zijn
pedagogie te ontdekken. Want veel meer dan een theologie, reikt Montfort een
pedagogie aan, een manier om op jouw beurt de weg van Jezus en van Maria te
gaan.
Het jargon van Montfort is niet
gemakkelijk. Zelf zegt hij dat hij zich tot armen en eenvoudigen richt, maar de
ervaring wijst uit dat hij een taal gebruikt die menigeen doet struikelen.
Johannes Paulus II, die de Ware
Godsvrucht zeer hoog in het vaandel droeg (tot in zijn wapenschild),
waarschuwt voor de ‘barokke taal’ van Montfort. Hij geeft geen strikt
wetenschappelijke uiteenzetting maar hanteert een taal van een vurige
volksmissionaris die soms zonder meer van de ene stijlvorm naar de andere
overschakelt. Die vurigheid spruit voort uit zijn geraakt zijn door God, hij
heeft zo iets als Paulus meegemaakt, die van zichzelf zegt dat hij ‘gegrepen’
is door Jezus Christus.
Naar aanleiding van deze
Godservaring, roept hij in LEW naar Jezus: “Hoe wilt Gij dat ik zwijg”. Het is
zijn heilige overtuiging dat God nog steeds bezig is met zijn belofte uit te
voeren. Het Evangelie is niet af. Het Goede Nieuws is een gebeuren, tot vandaag
toe. Zoals God een eerste maal in de wereld is gekomen, zo doet Hij dat nog
dagelijks en Hij blijft dat doen. Dit is het leidmotief doorheen de Ware Godsvrucht, het is tevens het kader
waarin al zijn geschriften en heel zijn handelen geplaatst staan.
Merkwaardig genoeg is dit
schrijven pas 127 jaar na zijn dood ontdekt (in de helft van de 19de
eeuw) en is heel vlug een wereldbestseller geworden. Bovendien, vrij recent,
noemde Johannes Paulus II het een ‘klassieker in de mariale spiritualiteit’.
Het is onze plicht er zorgvuldig mee om te gaan.
Eerst iets over de titel van het boek
Met losse citaten uit De Ware Godsvrucht kan je alle kanten
op, in de ene richting zowel als in de andere en dat gebeurt ook. Ik ga er nu
niet op in. Wel wil ik aanhalen dat velen verkeerdelijk denken dat bij Montfort
(en ook bij de montfortanen) Maria in het centrum van de aandacht staat,
terwijl Jezus Christus en de komst van het Rijk Gods zijn denken overheersen.
Bij de ontdekking van het
handschrift stelde men vast dat de eerste (en ook de laatste)
bladzijden waren
weggescheurd. Het was een bundel zonder titel. De bisschop van Luçon, onder de
indruk van het geschrift, gaf aan zijn seminariedirecteur de opdracht om het te
drukken. Deze heeft een titel bedacht die velen op een verkeerd spoor heeft
gezet: “Verhandeling over de Ware Godsvrucht tot de heilige Maagd”. Het boek is
namelijk geen verhandeling. De goede man was waarschijnlijk getroffen door de
bladzijden waar Montfort het over ‘ware’
devoties heeft tegenover onechte. Letterlijk heeft hij het over “fausses
dévotions”, devotievormen van hen die slepen met gebeiteld hout en goeden
aanbidden die niet bestaan. Een ander spijtig gegeven is dat deze titel de
volle aandacht trekt op Maria. Dit terwijl Montfort zelf, terloops, een belangrijke
tip aanreikt: ‘Voorbereiding op het Rijk van Jezus Christus’ (227). De recente
uitgaven gebruiken deze zinsnede als ondertitel.
Oirschot |
De komst van Jezus Christus, daar gaat het bij Montfort over. Om te achterhalen wie die Jezus van Nazaret is en wat Hij wil, is Montfort te rade gegaan bij de theologen van zijn tijd (vooral die uit de Franse school) en is als het ware de Bijbel ingedoken, niet in een of ander van de 72 boeken maar in de Bijbel als geheel.
Hoe hij daartoe gekomen is, de
weg ernaar toe, is een ander verhaal. Maar het is hem duidelijk geworden dat
het Eerste en het Tweede Testament één geheel vormen en dat je het Tweede
Testament pas ten volle begrijpt vanuit de perspectieven die het Eerste
Testament opentrekt.
De Bijbelse achtergrond
De Ware Godsvrucht is geen
gewoon devotieboekje en zeker ook geen exegetische studie. Maar cijfers kunnen
je toch verbazen: het handschrift telt 160 bladzijden waarin je 140 expliciete Bijbelcitaten
vindt, meestal uit het Eerste Testament. Daarenboven verwijst hij nog naar 300
andere passages, meestal uit het Tweede Testament. Tel maar op… Het is een
merkwaardig gegeven en het vergemakkelijkt het lezen ervan zeker niet.
Bovendien doet de schrijver niet aan exegese.
Oirschot |
De vragende God kreeg bij
Montfort de volle aandacht enerzijds en anderzijds de reactie van de
bijbelmensen die in feite met mondjesmaat antwoorden. Inderdaad, niet allen
hebben volmondig ‘ja’ geantwoord, enkelen wel. Denk aan Abraham, aan Mozes,
Samuel, David, enz. enz. denk aan Maria. Telkens toen God zich tot hen richtte,
was het met een vraag. De grote Bijbelfiguren, zij die God geholpen hebben om
stappen vooruit te zetten, gaven allen hetzelfde antwoord: “Hier ben ik…”. In
de Hebreeënbrief spreekt Jezus, bij zijn intrede in de wereld, diezelfde
radicale woorden “Hier ben ik”. Bij Montfort is dit overduidelijk: God wil een
van mensen ‘afhankelijke’ God zijn.
In LEW zien we hoe levensecht de
Schriften voor hem wel geworden zijn:
65. Deze
eeuwige en bovenal beminnelijke schoonheid verlangt zo hevig naar de
vriendschap van de mensen dat Zij er, om hen te overtuigen, een apart boek over
geschreven heeft. Zij drukt daarin uit wie Zij is en hoeveel Zij van de mens
houdt. Het is net een brief van een verliefde aan haar vriend, uit op zijn
liefde. Haar verlangen naar het hart van de mensen is zo intens, haar zoeken
van hun vriendschap zo innig, het lokken en beloven zo verliefd, dat je bij het
horen van die taal zou zeggen niet met de Vorstin van hemel en aarde te doen te
hebben, maar met iemand die de mens nodig heeft om gelukkig te zijn.
Bijbellezen hoorde Montfort Gods
stem, een woord dat nederig wacht op een wederwoord.
68. Lieve
mensen, luister dus naar Mij. Gelukkig wie mijn wegen gaan. Ga in op mijn
onderricht, wees verstandig en trek het u aan. Gelukkig wie naar Mij luistert
en dag na dag bij mijn huis waakt en zich aan mijn deur ophoudt…
Hij schrijft zijn ervaring uit en
tegelijk komt het Godsbeeld dat hij heeft naar boven:
69. Na al die
tedere en uitnodigende woorden om de vriendschap van de mensen te winnen,
vreest de Wijsheid toch nog dat – omwille van haar schittering en vorstelijke
majesteit – ontzag voor Haar hen belet om tot Haar te naderen. Daarom laat Zij
hen weten dat Zij gemakkelijk kan benaderd worden, dat Zij zich gemakkelijk
vertoont aan wie Haar liefhebben, dat Zij voorkomend is voor wie Haar
verlangen, dat Zij de eerste is om zich te laten zien en dat wie ’s morgens
vroeg opstaat om Haar te zoeken, Haar zonder veel moeite zal vinden, want hij
zal Haar zien zitten wachten aan zijn deur.
God is een en al relatie. De Bijbel
is een liefdevolle roep die op een antwoord wacht. Met sprekende beelden doet
Montfort in WG 240 een vurige oproep tot zijn lezer:
“Laten wij onze voeten in de eervolle boeien van Jezus steken, en onze
nek in zijn gareel. Laten wij onze schouders eronder zetten en de Wijsheid, dat
is Jezus Christus, dragen en niet verveeld zijn met zijn ketenen”.
Het thema van de uitverkiezing
Onophoudelijk kom je zowel in het
Eerste en als in het Tweede Testament de term
‘uitverkiezing’ tegen. Hij krijgt
bij Montfort vanuit zijn visie op het doopsel een bijzondere draagkracht. Het
was hem namelijk opgevallen dat God altijd op dezelfde manier handelt: “Denkend aan vele anderen, richt Hij zich
tot enkelen, en als zij ‘ja’ antwoorden, dan geeft Hij hun een zending mee.”
Oirschot |
Als Hij mensen uitkiest is dat
niet om hen met gunsten te overladen, maar met een vraag: wil je mijn knecht
zijn. Dat is de vraag die bij het doopsel gesteld wordt. God vraagt partners om
Hem te helpen zijn werk uit te voeren. Vandaar het toewijdingsgebed van
Montfort, een hernieuwen van de beloften bij het doopsel uitgesproken met aan
Maria de vraag om bijstand te krijgen en er dag na dag trouw aan te zijn.
Doorheen het hele Bijbelverhaal,
in de rij van Gods uitverkorenen (Abraham, Mozes, Samuel, David, Jesaja,
Jeremia, enz. enz.) valt Maria op. Het “Hier ben ik” van haar is van heel
bijzondere aard geweest. In zijn Galatenbrief duidt Paulus Maria als
scharniermoment aan: “Toen de volheid van de tijd gekomen was…” toen is God op
een heel bijzondere wijze de wereld ingetreden. Het Woord is vlees geworden, zo
drukt Johannes het uit.
Met de twee Testamenten voor de
geest concludeert Montfort.
22. De
gedragslijn die de drie Personen van de allerheiligste Drie-eenheid hebben
gevolgd tijdens de menswording, namelijk de eerste intrede van Jezus Christus,
houden zij dagelijks onzichtbaar aan in de heilige Kerk. En tot het einde van
de tijd, namelijk tijdens de laatste intrede van Jezus Christus, zullen zij
daaraan trouw blijven.
15. Wanneer ik
echter uitga van de zaken zoals ze zijn en zie dat God Zijn grootste werken
heeft willen beginnen en voltooien door bemiddeling van de allerheiligste
Maagd, vanaf het ogenblik dat Hij haar geschapen had, dan mogen wij met een
gerust hart aannemen dat Hij in alle eeuwigheid niet van gedragslijn zal
veranderen. Hij is immers God: Hij verandert niet van idee of handelwijze.
1. Door middel
van de allerheiligste Maagd Maria is Jezus Christus in de wereld gekomen en
door middel van haar ook moet Hij in de wereld heersen.
In LEW vat Montfort haar
uitverkiezing als volgt weer:
105. Toen
eindelijk de tijd voor de verlossing van de mensen was aangebroken, bouwde de
eeuwige Wijsheid zelf een huis, een verblijf Haar waardig. Zij schiep en vormde
in de schoot van de heilige Anna de godwaardigde Maria. En Zij deed dat met
meer vreugde dan waarmee Zij het heelal had geschapen.
Nazaret |
Sinds je doopsel hoor je tot Gods uitverkorenen. Dat God tot bij jou wil komen, wie je ook bent, is een uitdagend teken van zijn nederigheid. Het verstand slaat tilt als het er serieus over nadenkt, zo zegt Montfort in verband met het incarnatiegegeven.
Maria is de nederige partner van de nederige God
Om zover te komen reikt Montfort een reeks tips aan, waarvan de belangrijkste ongetwijfeld de 30-daaagse voorbereiding is op een bewust ja-woord aan de vragende God. Het derde hoofdstuk in het boek van Wiel heeft als titel “de weg van Jezus”, het volgende: “De weg van Maria”, dan volgt “De weg van Montfort”, en dan? … Jouw weg moet je zelf schrijven en die begint met een bewust contract met God om verbondsmens te worden, Gods partner.
Met realisme voegt Montfort eraan
toe dat je jezelf niet te hoog moet inschatten, je bent niet sterker dan de
eerste leerlingen. Jezus heeft dat voorzien en gaf Maria, die staande is
gebleven in haar geloof en haar toewijding aan Hem, de opdracht moeder te zijn
voor de wankelende leerlingen. Vanuit zijn ervaring reikt Montfort een rij
middelen aan die je helpen Maria bij je vallen en opstaan te betrekken. Vanuit
zijn Bijbellezing is Montfort ‘gods-dienstig’ geworden Maria is voor hem niet
alleen een voorbeeld geweest, maar vooral een efficiënte hulp om zijn
dienstwerk te vervullen, en dit ten voordele van vele anderen.
Frans Fabry
Geen opmerkingen:
Een reactie posten