Pagina's

zondag 3 februari 2013

4de Praktijk - WG 243 tot en met 247


243. (...) Dit is het kenmerkende mysterie van deze godsvrucht. De heilige Geest heeft deze devotie immers om de volgende redenen ingegeven: 1° om de onuitsprekelijke afhankelijkheid te eren en na te volgen, die God de Zoon ten opzichte van Maria heeft willen beleven, tot glorie van God Zijn Vader en tot ons heil. Want juist in dit geheim, waarin Jezus Christus gevangene en slaaf is in de schoot van de van God vervulde Maria en geheel en al op haar is aangewezen, komt deze afhankelijkheid bijzonder tot uitdrukking. 2° Om God te danken voor de weergaloze genadegaven die Hij Maria geschonken heeft, vooral door haar tot Zijn allerwaardigste Moeder te kiezen, wat juist in dit mysterie geschiedde. Welnu, dit zijn de twee voornaamste doelstellingen van de slavernij van Jezus Christus in Maria.

244. Mag ik uw aandacht erop vestigen dat ik gewoonlijk zeg: slaaf van Jezus in Maria, slavernij van Jezus in Maria. (...) Montfort citeert de verschillende argumenten:

245. Ten eerste. Wij leven nu eenmaal in een tijd van hoogmoed. Er zijn tegenwoordig veel opgeblazen geleerden, eigenwijs en vitterig, die zelfs op de best gefundeerde en degelijkste vroomheidspraktijken iets aan te merken hebben. Om die lieden nu niet onnodig aanleiding tot kritiek te geven, kan men beter spreken van de slavernij van Jezus Christus in Maria, en zich slaaf van Jezus Christus noemen, liever dan slaaf van Maria. Daarmee noemt men deze devotie dus eerder naar het laatste doel ervan: Jezus Christus, en niet naar de weg, het middel om dat doel te bereiken: Maria. (...)

246. Ten tweede. In deze devotie viert en eert men voornamelijk het mysterie van de Menswording. Welnu, in dit geheim zien wij Jezus Christus slechts in Maria, mens geworden in haar schoot. Vandaar dat het beter is te spreken van de slavernij van Jezus in Maria, van Jezus namelijk verblijvend en heersend in Maria, overeenkomstig het mooie gebed van zoveel hoogstaande mensen: “Jezus, levend in Maria, kom en leef in ons in Uw geest van heiligheid” enzovoort.

247. Ten derde. Deze zegswijze duidt ook het best de innige vereniging aan die er tussen Jezus en Maria bestaat. Zij zijn zo innig verenigd, dat de een geheel opgaat in de ander: Jezus is helemaal in Maria, en Maria helemaal in Jezus. Of nog beter gezegd: zij leeft niet meer, maar Jezus alleen leeft geheel in haar. Men zou eerder het licht kunnen scheiden van de zon, dan Maria van Jezus. Wij kunnen de Heer dus Jezus van Maria noemen, en de heilige Maagd: Maria van Jezus.

(...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten