243. (...) Dit is het kenmerkende mysterie van deze godsvrucht. De heilige
Geest heeft deze devotie immers om de volgende redenen ingegeven: 1° om de
onuitsprekelijke afhankelijkheid te eren en na te volgen, die God de Zoon ten
opzichte van Maria heeft willen beleven, tot glorie van God Zijn Vader en tot
ons heil. Want juist in dit geheim, waarin Jezus Christus gevangene en slaaf is
in de schoot van de van God vervulde Maria en geheel en al op haar is
aangewezen, komt deze afhankelijkheid bijzonder tot uitdrukking. 2° Om God te
danken voor de weergaloze genadegaven die Hij Maria geschonken heeft, vooral
door haar tot Zijn allerwaardigste Moeder te kiezen, wat juist in dit mysterie
geschiedde. Welnu, dit zijn de twee voornaamste doelstellingen van de slavernij
van Jezus Christus in Maria.
244. Mag ik uw aandacht erop vestigen
dat ik gewoonlijk zeg: slaaf van Jezus in Maria, slavernij van Jezus in Maria. (...) Montfort citeert de verschillende argumenten:
245. Ten eerste. Wij leven nu eenmaal
in een tijd van hoogmoed. Er zijn tegenwoordig veel opgeblazen geleerden,
eigenwijs en vitterig, die zelfs op de best gefundeerde en degelijkste
vroomheidspraktijken iets aan te merken hebben. Om die lieden nu niet onnodig
aanleiding tot kritiek te geven, kan men beter spreken van de slavernij van
Jezus Christus in Maria, en zich slaaf van Jezus Christus noemen, liever dan
slaaf van Maria. Daarmee noemt men deze devotie dus eerder naar het laatste
doel ervan: Jezus Christus, en niet naar de weg, het middel om dat doel te
bereiken: Maria. (...)
246. Ten tweede. In deze devotie viert
en eert men voornamelijk het mysterie van de Menswording. Welnu, in dit geheim
zien wij Jezus Christus slechts in Maria, mens geworden in haar schoot. Vandaar
dat het beter is te spreken van de slavernij van Jezus in Maria, van Jezus
namelijk verblijvend en heersend in Maria, overeenkomstig het mooie gebed van
zoveel hoogstaande mensen: “Jezus, levend in Maria, kom en leef in ons in Uw
geest van heiligheid” enzovoort.
247. Ten derde. Deze zegswijze duidt
ook het best de innige vereniging aan die er tussen Jezus en Maria bestaat. Zij
zijn zo innig verenigd, dat de een geheel opgaat in de ander: Jezus is helemaal
in Maria, en Maria helemaal in Jezus. Of nog beter gezegd: zij leeft niet meer,
maar Jezus alleen leeft geheel in haar. Men zou eerder het licht kunnen
scheiden van de zon, dan Maria van Jezus. Wij kunnen de Heer dus Jezus van
Maria noemen, en de heilige Maagd: Maria van Jezus.
(...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten