Met Maria
Pontchâteau |
260. 2° Wij moeten onze handelingen
verrichten met Maria, dat wil zeggen bij alles wat we doen Maria voor ogen
houden als het perfecte model van elke deugd en volmaaktheid, door de heilige
Geest gevormd in een louter schepsel, om het naar ons beperkt vermogen na te
volgen. Bij elke handeling moeten we dus nagaan: Hoe deed Maria dit nu of hoe
zou zij het doen, als zij in mijn plaats was? Daartoe is het nodig dat wij de
verheven deugden van haar aardse leven nagaan en overwegen, vooral:
1 haar levendig geloof, waardoor zij
zonder aarzeling het woord van de engel geloofde; en zij heeft trouw en
standvastig geloofd tot onder het Kruis op Calvarië;
2 haar diepe nederigheid, waardoor
zij zich verborgen hield, zweeg, zich aan alles ondergeschikt maakte en steeds de laatste plaats innam;
3 haar geheel goddelijke zuiverheid,
die op deze aarde nooit geëvenaard werd of zal worden; en tenslotte al haar
andere deugden. Om het niet te vergeten, herhaal ik een tweede maal dat Maria
de grote en enige vorm van God is; met weinig moeite en in korte tijd kan men
hierin tot een levend evenbeeld van God worden gevormd. Wie deze vorm heeft
gevonden en zich daarin verliest, zal weldra omgevormd worden in Jezus
Christus, want deze vorm geeft Hem natuurgetrouw weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten