Olivier Maire, smm |
"Jezus, ons enige Leven"
Ware Godsvrucht nr. 61-62
Onderrichting gegeven op 7 augustus 2013 door Olivier Maire, smm tijdens de Internationale ontmoetingsdagen in Saint-Laurent-sur-Sèvre.
Aan het begin
van het tweede deel van de Verhandeling
over de Ware Godsvrucht (cfr. WG230) geeft Montfort vijf fundamentele
waarheden, “die licht zullen werpen op de verheven en hecht gefundeerde
devotie, die ik bekend wil maken”. (WG60) Deze vijf waarheden zijn
“fundamenteel”, in die zin dat zij het fundament
zijn van de ware godsvrucht voor de Heilige Maagd; dynamische fundamenten omdat zij het “leven geven” aan even zoveel
fonteinen die hun water spuiten. Bij de presentatie van deze vijf fundamentele
waarheden, zegt Montfort dat hij ze vooronderstelt (“zal ik verderop aangeven
waarin die devotie bestaat. Maar eerst behandel ik enkele basiswaarheden”); het
zijn geen vooronderstellingen in de logische betekenis van het woord maar
bronnen, zoals de bron de vooronderstelling is van de rivier... Deze vijf waarheden hebben een vormend
karakter want zij geven leven; zij herleiden naar de oorsprong (het is niet
toevallig dat de laatste fundamentele waarheid eindigt met het citaat van
Gen.3; cfr. WG89; een lichtgevende oorsprong want zij werpen licht op....
Deze vijf
fundamentele waarheden zijn:
1. Jezus Christus is het einddoel
(WG61-67)
2. Wij behoren aan Jezus en aan Maria
toe (WG68-77)
3. Bekleed u met de nieuwe mens, Jezus
Christus (WG78-82)
4. Maria vergemakkelijkt de ontmoeting
met Jezus Christus (WG83-86)
5. Een schat van genade in broze vaten
(WG87-89)
Deze waarheden
die zorgvuldig genummerd zijn door Montfort (eerste
waarheid... tweede waarheid... enz.) en zijn noch volledig (“enkele
fundamentele waarheden”WG60) noch gelijksoortig. In feite zijn de eerste twee
verbonden met elkaar (“wij moeten besluiten dat wij naar het woord van de
Apostel niet onszelf toebehoren. Wij zijn helemaal van Hem” WG68) en zijn van
nature “ontologisch” (Jezus-Christus IS; wij zijn niet van onszelf, maar
behoren aan Hem) de drie laatsten zijn van een meer existentiële aard
(gewoonlijk worden onze beste handelingen bezoedeld en bedorven door de kwade
ondergrond in onszelf) de derde waarheid heeft als gevolg dat wij een middelaar
nodig hebben bij de enige Middelaar; vierde waarheid (hier volgt een vierde
waarheid die uit de derde voortvloeit.WG82) vanwege onze zwakheid en broosheid is
het heel moeilijk de genaden en schatten die wij van God ontvangen hebben, in
ons te bewaren, vandaar onze toevlucht tot de getrouwe Maagd, vijfde waarheid.
In het beperkte
kader van deze conferentie zullen wij slechts spreken over het begin van de eerste
fundamentele waarheid (WG61) waarvan hier de tekst:
61. Jezus Christus onze Verlosser, waarlijk God
en waarlijk mens, moet het einddoel van al onze devoties zijn, anders zijn ze
onjuist en misleidend.
Jezus Christus is "Alfa en Omega" (Apk
21,6), begin en einde van alles. Naar het woord van de Apostel werken wij
alleen maar om "ieder mens tot volmaaktheid te brengen in Jezus
Christus" (Ef 4,13). "In Hem alleen immers woont de gehele volheid
van de godheid" (Kol 2,9) en alle andere volheid van genaden, deugden en
volmaaktheden. "In Hem alleen worden wij gezegend met elke geestelijke
zegen" (Ef 1,13).
Hij is de enige Meester om ons te onderwijzen, de
enige heer waarvan wij afhankelijk dienen te zijn, het enige hoofd waarmee wij
verenigd moeten worden. Wij hebben geen ander model om ons naar te voegen, geen
andere geneesheer die ons genezen, geen andere herder die ons voeden moet. Hij
is de enige weg die ons moet leiden, de enige waarheid om te geloven, het enige
leven dat ons groeikracht moet geven, kortom: ons enige alles in alles dat ons
genoeg moet zijn. "Er is onder de hemel geen enkele andere naam gegeven
waardoor wij gered moesten worden" (Hnd 4,12) dan de naam Jezus. God heeft
ons geen enkel ander fundament gelegd voor ons heil, onze volmaaktheid en
verheerlijking dan Jezus Christus. Elk gebouw dat niet op deze vaste rots is
gevestigd, is op drijfzand gefundeerd en zal onvermijdelijk vroeg of laat
instorten. Iedere gelovige die niet met Hem verenigd is als een rank met de
wijnstok, zal afvallen en verdorren, alleen nog maar goed om in het vuur
geworpen te worden (Joh 15,6). Buiten Hem is alles slechts afdwaling, leugen,
onrecht, nutteloosheid, dood en veroordeling. Maar als wij in Jezus Christus
leven en Jezus Christus in ons, hebben wij geen veroordeling te vrezen (Rom
8,1). Noch engelen in de hemel, noch mensen op aarde, noch kwelgeesten in de
hel, noch enig ander schepsel kan ons schaden, omdat het ons "niet kan
scheiden van de liefde van God, die in Jezus Christus is" (Rom 8,39).
Door Jezus Christus, met Jezus Christus en in
Jezus Christus kunnen wij alles: alle eer en glorie brengen aan de Vader in
eenheid met de heilige Geest; volmaakt worden en voor onze medemens een goede
geur van eeuwig leven zijn.
Deze eerste
fundamentele waarheid begint met een christologische bevestiging, een
geloofsbelijdenis: “Jezus Christus,
waarlijk God en waarlijk mens” ; vervolgens wordt dit laatste gevolgd door
een praktische consequentie: “moet het
einddoel van al onze devoties zijn, anders zijn ze onjuist en misleidend”. Wij mogen zeggen dat op dit geloofspunt alle gebed en christelijke levenswijze steunt..... Buiten deze eerste waarheid van de
geloofsbelijdenis, die het doel is van iedere religieuze handeling, is er
slechts illusie: anders zouden ze vals en misleidend zijn”. Deze eerste
waarheid is dus het criterium van authenticiteit bij iedere devotie.
Deze belijdenis
van Christus, waarlijk God en waarlijk mens (karakteristiek van de Christologie
van Montfort) is een beschouwing van het mysterie van Christus zoals het begin
van de toewijding aan Jezus Christus door Maria getuigt:
“Eeuwige
en mens geworden Wijsheid,
zeer
beminnelijke en aanbiddelijke Jezus, waarlijk God en waarlijk mens,
enige
Zoon van de eeuwige Vader en van Maria, altijd maagd.
Ik
aanbid U diep in de schoot en de heerlijkheid van uw Vader
gedurende
de eeuwigheid,
en
in de maagdelijke schoot van Maria, uw
zeer waardige Moeder,
in
de tijd van uw menswording” (LEW223).
Deze
“dogmatische” of “conciliaire” waarheid over Jezus Christus, leidt als vanzelf
naar een bijbelse proclamatie:
“Jezus Christus is "Alfa en Omega" (Apk 21,6),
begin en einde van alles”.
Deze tekst
steunt op drie aanhalingen uit het boek Openbaring (Openb.1,8; 21,6 en 22,13)
de eerste in het begin van het boek en de twee laatsten tegen het einde.....
het alles en totaal omvattende aspect van de uitdrukking (alpha en omega,
eerste en laatste, het geheel dus aanduidend met zijn uiterste grenzen) is
eveneens karakteristiek voor Montfort; het is voldoende te denken aan de twee grote
gebeurtenissen in het leven van Jezus: cfr WG 49-54 WG 1, 13 (eerste komst / tweede komst), 15
(beginnen/voltooien), 19,22 (eerste en laatste mirakel), 158; BB 12.... Dit
koppel “begin en einde”, op het niveau van de tijdelijkheid “van de Christus”
is een weerkaatsing van een ander koppel dat zich bevindt op het christologisch
niveau van de Totale Christus: Hoofd
(Voornaamste) en leden cfr WG 20, 21, 22, 32, 33, 35, 36; BB 15; MG 12-13,
16-17).
“Jezus Christus is "Alfa en Omega" (Apk 21,6),
begin en einde van alles”.
Alles begint bij
Christus en alles gaat naar hem toe; alles is gecentreerd op Christus. Alles is
gericht op Christus als op het uiteindelijke einddoel (volgens deze omslachtige
formule). Jezus Christus is de eindterm van al wat bestaat, mysterie van voltooiing
en op een heel bijzondere wijze van het menselijk wezen:
Wij werken slechts, zoals de Apostel zegt, om heel
de mens volmaakt terug te geven in Jezus Christus
Montfort
beschouwt het mysterie van Christus als missionaris, als Apostel (hij haalt
hier Col. 1,28 aan). Christus neemt ons
mee in zijn Volheid (cfr Ef 4,13; Ef 3,19; Col 2,9-10; Col 1,19). Hier noemt
Montfort zelf zijn unieke apostolische project, dat ook onafscheidelijk een
mystiek project is (de volmaaktheid in Jezus Christus).
De missionaire
ijver van Montfort komt van deze visie op het mysterie van Christus, die alles
in zijn Licht opneemt en waarvan de stralenbreking driemaal het “want” aangeeft
die in de tekst volgen en die dus meer zijn dan oorzaken of redenen.....
Want in Hem alleen immers woont de gehele volheid
van de godheid" (Kol 2,9) en alle andere volheid van genaden, deugden en
volmaaktheden.
Want
in Hem alleen worden wij gezegend met elke geestelijke zegen"
Deze twee eerste
keren dat dit “want” wordt gebruikt
wordt het gemarkeerd door “alleen in hem“ en drukken daardoor de volkomen
exclusiviteit van Christus uit, ondersteund door talloze teksten van Paulus
(cfr Col 1,19; 2,9; Ef 1,3).
Het derde “want”
leidt de lange litanie van Christus in waarvan het “onze enige” ons een boeiend
rythme geeft:
Want Hij is de enige Meester om ons te
onderwijzen, de enige heer waarvan wij afhankelijk dienen te zijn, het enige
hoofd waarmee wij verenigd moeten worden. Wij hebben geen ander model om ons
naar te voegen, geen andere geneesheer die ons genezen, geen andere herder die
ons voeden moet. Hij is de enige weg die ons moet leiden, de enige waarheid om
te geloven, het enige leven dat ons groeikracht moet geven, kortom: ons enige
alles in alles dat ons genoeg moet zijn. "Er is onder de hemel geen enkele
andere naam gegeven waardoor wij gered moesten worden".
De opeenhoping
van de titels van Christus is van bijbelse oorsprong (Mt 23,8.10; Joh 10,1-16;
14,6; 1 Kor 11,1; Ef 5,1; 1Tes 1,6; 1 Kor 8,6; Col 1,18) en moet ons niet de
repetitie van “onze” en “wij” laten
vergeten.... Wij worden meegenomen in het mysterie van Christus+ zonder hem
zijn wij niets, wij bestaan slechts in onze relatie met hem (cfr WG 225)
Er is geen andere naam onder de hemel
gegeven dan de naam Jezus, door hem moeten wij worden gered.
God heeft ons geen enkel ander fundament gelegd
voor ons heil, onze volmaaktheid en verheerlijking dan Jezus Christus.
Elk gebouw dat niet op deze vaste rots is
gevestigd, is op drijfzand gefundeerd en zal onvermijdelijk vroeg of laat
instorten. Iedere gelovige die niet met Hem verenigd is als een rank met de
wijnstok, zal afvallen en verdorren, alleen nog maar goed om in het vuur
geworpen te worden.
Deze zinnen
zouden misschien te absoluut, te overdreven kunnen klinken. In feite laat de stijl
de scherpe kant van het woord zien, zo’n zwaard is tweesnijdend.... Maar het
zijn toch allemaal woorden uit de Schrift: Hand.4,12; 1Kor 3,11; Mt 7,26.27;
Joh 15,6 .
Buiten Hem is alles slechts afdwaling, leugen,
onrecht, nutteloosheid, dood en veroordeling.
Deze zin die in
het handschrift hier volgt is doorgehaald door een onbekende hand... en is in
onze uitgaven ongelukkigerwijs weggelaten. Een zeer gelijkende tekst bevindt
zich in LEW:
Laten wij ons houden bij Jezus Christus,
de eeuwige en mens geworden Wijsheid. Buiten Hem is er enkel dwaling, leugen en
dood. Ik ben de weg, de waarheid en het leven. (LEW 89 en Joh 14,6)
De lijst van
voorafgaande ontkenningen in hun “nee” leidt onherroepelijk tot een veroordeling
om zonder Jezus te leven, tot totale ontkenning. Dit “buiten hem” is een
absolute tragedie....Tot dit niets gekomen, roept Montfort zijn kreet: het
scherpe “als” van de hoop, voorafgegaan door dit “maar” om de vloek af te
wenden van een leven zonder Jezus en het “leven in Jezus” te onderstrepen
Maar als wij in Jezus Christus leven en Jezus
Christus in ons, hebben wij geen veroordeling te vrezen. Noch engelen in de
hemel, noch mensen op aarde, noch kwelgeesten in de hel, noch enig ander
schepsel kan ons schaden, omdat het ons "niet kan scheiden van de liefde
van God, die in Jezus Christus is"
Er is nog steeds
niets beweerd wat niet in de schrift gefundeerd zou zijn: Montfort haalt Rom.
8, 1, 38. 39 aan. Dit “niet-gescheiden-zijn” van Christus wordt opeen
duidelijke manier aangetoond in de schriftuur-tekst door de concentrische
structuur die Montfort bijzonder waardeert om een onafscheidelijke band aan te
geven:
“Als wij in Jezus Christus zijn en Jezus
Cristus in ons”
Jezus Christus
staat centraal in deze structuur : een mooi voorbeeld dat het christocentrisme
van Montfort toont.
Deze
concentrische structuur laat eveneens onze relatie en onze totale
afhankelijkheid die wij van Christus hebben en waarvan het meest opmerkelijke
voorbeeld Maria zelf is:
“Hier wend ik mij een ogenblik tot U, beminnelijke
Jezus, om mij bij Uw goddelijke Majesteit liefdevol te beklagen over het feit
dat de meeste christenen, zelfs de geleerdsten, niet de noodzakelijke band
kennen tussen U en Uw heilige Moeder.
Heer, U bent altijd met Maria en Maria is altijd
met U. Zij kan niet zonder U, want anders zou zij ophouden te zijn wat zij is.
Zij is door de genade zozeer omgevormd in U, dat zij niet meer leeft of
bestaat. U alleen, Jezus, leeft en heerst in haar volkomener dan in alle
engelen en zaligen. [....] Zij is zo één
met U, dat men nog eerder het licht zou kunnen scheiden van de zon en de hitte
van het vuur. Of nog sterker: men zou eerder alle engelen en heiligen van U kunnen
verwijderen dan de van God vervulde Maria”. (WG 63)
“Deze zegswijze duidt ook het best de innige
vereniging aan die er tussen Jezus en Maria bestaat. Zij zijn zo innig
verenigd, dat de een geheel opgaat in de ander: Jezus is helemaal in Maria, en
Maria helemaal in Jezus. Of nog beter gezegd: zij leeft niet meer, maar Jezus
alleen leeft geheel in haar. Men zou eerder het licht kunnen scheiden van de
zon, dan Maria van Jezus. Wij kunnen de Heer dus Jezus van Maria noemen, en de
heilige Maagd: Maria van Jezus” (WG 247).
Onze vereniging
met Christus is de “de noodzakelijke band” die ons het bestaan geeft.... .
Maria is dus het model van het leven in Christus.
Tenslotte
eindigt onze tekst met een quasi liturgische formule, genomen uit het
Eucharistisch gebed:
“Door Jezus Christus, met Jezus Christus, in Jezus
Christus, kunnen wij alles: alle eer en glorie brengen aan de Vader, in de
eenheid van de heilige Geest; volmaakt worden en voor onze medemens een goede
geur van eeuwig leven zijn”.
Maar in deze
aanhaling van de eucharistische doxologie, zijn we gestopt in ons vuur om
“Amen” uit te roepen. Montfort eindigt met twee toevoegingen: volmaakt worden
en voor onze medemens een goede geur van eeuwig leven zijn. Het eerste is een
antwoord op de uitnodiging van de Apostel om iedere mens volmaakt te laten
worden in Jezus Christus (deze eerste toevoeging doet dienst als bijsluiter met
het citaat van Col. 1,28). De tweede (een vrij citaat uit 2 Kor. 2,15-16)
nodigt ons uit op onze beurt apostel te worden. Zo vindt het fundament van de
montfortaanse spiritualiteit zijn voltooiing in de apostolische missie.
Pater Olivier
Maire s.m.m.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten