Over het eerste motief kan je ook terug lezen in 'De Ware Godsvrucht' nr. 68 tot 77.
De nummers die wij lezen naar aanleiding van dit commentaar van de maand mei zijn 135 en 137:
135. Eerste motief
dat ons de voortreffelijkheid laat zien van deze toewijding van zichzelf aan
Jezus Christus door de handen van Maria.
Geen verhevener taak is er op aarde
denkbaar dan de dienst van God. Gods geringste dienaar is rijker, machtiger en
edeler dan alle koningen en keizers van deze wereld, als die God niet dienen.
Wat dan wel te denken van de overvloedige rijkdom, macht en adeldom van een trouw
en volmaakt dienaar van God, die totaal, onvoorwaardelijk en naar best vermogen
aan Zijn dienst is gewijd? Welnu de trouwe, liefhebbende slaaf van Jezus in
Maria is zo iemand; door de handen van diens heilige Moeder heeft hij zich
immers geheel en al gegeven aan de dienst van de Koning der koningen, zonder
iets voor zichzelf te behouden. Zo iemand is meer waard dan al het goud van de
aarde en de pracht van het firmament.
137. Daarenboven,
zoals ik reeds eerder opmerkte, bestaat er geen enkele andere praktijk die meer
geschikt is om ons te ontdoen van een zeker eigendomsgevoel dat ongemerkt onze
beste handelingen binnensluipt. Dit is een grote genade die onze goede Jezus
verleent om de heldhaftige en onbaatzuchtige daad te belonen waardoor wij Hem,
door de handen van Zijn heilige Moeder, de gehele waarde van onze goede werken
hebben afgestaan. Indien het waar is dat Hij reeds hier op aarde het
honderdvoudige schenkt aan wie uit liefde tot Hem hun uitwendige, tijdelijke en
vergankelijke goederen prijsgeven, wat dan wel te denken van het honderdvoud
dat Hij geven zal aan wie Hem zelfs zijn innerlijke en geestelijke goederen
opoffert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten