Pagina's

woensdag 2 mei 2012

Gods glorie maximaal bevorderen - WG 151

Wij lezen hierover in nr. 151 het vierde motief:


151. Wanneer deze devotie trouw beoefend wordt, is ze een uitstekend middel om de waarde van al onze goede werken tot Gods grootste glorie te doen strekken. Bijna niemand handelt met dit edel doel, ofschoon men ertoe verplicht is. Dit komt, ofwel doordat men niet weet waarin die grootste glorie van God bestaat, ofwel doordat men deze niet beoogt. Maar de allerheiligste Maagd, aan wie men de waarde en de verdienste van zijn goede werken afstaat, weet heel goed waarin Gods grootste glorie bestaat en heel haar streven is daarop gericht. Dus kan een volmaakt dienaar van deze goede Meesteres, wanneer hij zich op boven beschreven wijze geheel aan haar heeft toegewijd, met alle vrijmoedigheid verklaren dat de waarde van al zijn handelen, denken en spreken tot Gods grootste glorie wordt aangewend. En dit geldt zolang hij zijn opdracht niet uitdrukkelijk herroept. Is er iets troostrijkers denkbaar voor iemand die God met een zuivere, belangeloze liefde bemint en die de glorie en de belangen van God hoger schat dan de zijne?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten