Deze devotie
tot de allerheiligste Maagd is ook een
zekere weg. Montfort grijpt diep terug in de kerkgeschiedenis en haalt tal
van getuigenissen aan van theologen en andere autoriteiten die dankzij Maria
tot heiligheid zijn gekomen. En hij besluit: “ Wie dus voortgang wil maken op
de weg naar volmaaktheid en Jezus
Christus zeker en volkomen wil vinden zonder vrees voor misvatting, moet van
ganser harte deze devotie tot de
allerheiligste Maagd beoefenen, een
weg die hij misschien nog niet kende…” (168).
Wij lezen in de Ware Godsvrucht de nummers 159 - 163 - 164 - 168:
159. 4°. Deze devotie tot de
allerheiligste Maagd is ook een zekere weg om tot Jezus Christus te gaan, ons
met Hem te verenigen en aldus de volmaaktheid te verwerven.
De door mij gepredikte praktijk
is immers niet nieuw. Boudon (onlangs in roep van heiligheid gestorven) zegt in
een boek over deze devotie, dat ze wel zo oud is dat men de oorsprong ervan
niet met zekerheid kan bepalen. Vast staat evenwel dat de sporen ervan sedert
meer dan zeven eeuwen in de Kerk worden aangetroffen...
163. Boudon noemt in zijn boek
verschillende pausen die deze devotie hebben goedgekeurd en theologen die ze
hebben onderzocht. Hij somt de vervolgingen op, die ze zegevierend doorstond,
en spreekt over duizenden mensen die ze in beoefening brachten. En dat, terwijl
nooit één paus zijn veroordeling erover uitgesproken heeft. Dit zou trouwens
niet mogelijk zijn zonder de grondslagen van het christendom aan te tasten.
Het staat dus wel vast dat deze godsvrucht geen
nieuwigheid is. Wanneer ze geen gemeengoed is, dan komt dit doordat ze te
voortreffelijk is om door iedereen gesmaakt en beoefend te worden.
164.
2. Deze devotie is een zeker middel om tot Jezus Christus te gaan, omdat
het de kenmerkende eigenschap van de heilige Maagd is ons veilig tot Jezus
Christus te brengen, zoals het Jezus Christus eigen is ons veilig te leiden
naar de eeuwige Vader. Wie een geestelijk leven willen leiden, mogen niet ten
onrechte menen dat Maria voor hen een belemmering is om tot vereniging met God
te komen. Hoe zou dat mogelijk zijn? Zij heeft voor allen in het algemeen en
voor ieder in het bijzonder genade gevonden bij God. Zou zij dan een
belemmering kunnen vormen voor iemand om de grote genade te vinden van de
eenwording met Hem? Zij is vol van genade, vloeit over van genade. Zij is zo
innig met God verenigd en in Hem omgevormd, dat Hij in haar als het ware moest
mens worden. Zou zij dan iemand kunnen belemmeren om volmaakt een te worden met
God?
Zeker, de aandacht voor andere schepselen, al zijn ze
nog zo heilig, zou soms de vereniging met God kunnen vertragen. Maar, zoals ik
reeds opmerkte en onvermoeid zal blijven zeggen: zo is het niet met Maria. Een
van de redenen waarom slechts zo weinigen tot de volle rijkdom van de volwassen
Jezus Christus komen, is, dat Maria, nog altijd de Moeder van de Zoon en de
vruchtbare Bruid van de heilige Geest, niet genoeg in hun harten gevormd is.
Wie de welgerijpte en volgroeide vrucht verlangt, moet de boom bezitten die ze
voortbrengt. Evenzo wie de levensvrucht Jezus Christus begeert, moet de levensboom, namelijk Maria bezitten.
Wanneer iemand in zichzelf de werking van de heilige Geest wil ondervinden, dan
moet hij ook zijn trouwe en onafscheidelijke Bruid bezitten, de van God
vervulde Maria die Hem, naar ik elders verklaarde, vruchtbaar en productief
maakt.
165.
Wees er dus van overtuigd: hoe meer u Maria voor ogen houdt in uw gebed,
overweging, werk en wederwaardigheden - zij het niet altijd op duidelijke en
voelbare, dan toch op algemene en onmerkbare wijze - des te volkomener zult u
Jezus Christus vinden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten