Pagina's

maandag 4 maart 2013

Voor Maria - WG 265


Voor Maria

265. 4° Tenslotte, wij moeten al onze handelingen verrichten voor Maria. Wij hebben ons toch geheel en al aan haar dienst overgeleverd. Is het dan niet billijk dat we als een knecht, een dienaar en slaaf al onze arbeid voor haar verrichten? Niet dat we haar als uiteindelijk doel van onze diensten beschouwen: dat is Jezus Christus alleen. Maar wel beschouwen wij haar als ons naaste doel, onze geheimvolle levenssfeer en ons gemakkelijk middel om naar Hem te gaan.

Als een goed dienaar en slaaf mogen we niet werkeloos blijven. Integendeel, wij moeten, gesteund door haar bescherming, voor die verheven vorstin grote dingen ondernemen en volvoeren; haar voorrechten verdedigen wanneer men haar die betwist; haar eer hooghouden indien deze wordt aangevallen. Iedereen moeten we, naar best vermogen, tot haar dienst brengen, namelijk tot deze echte, degelijke devotie. We moeten luidkeels protesteren tegen wie haar verering misbruiken om haar Zoon te kwetsen. En tegelijk moeten we deze waarachtige devotie overal ingang doen vinden. En tot loon voor onze geringe diensten mogen we niets anders verlangen dan de eer, zulk een beminnelijke vorstin toe te behoren en het geluk, door haar met haar Zoon Jezus onverbrekelijk verenigd te zijn in tijd en eeuwigheid.

Glorie aan Jezus in Maria
 Glorie aan Maria in Jezus
 Glorie aan God alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten