Pagina's

woensdag 12 oktober 2011

Daar is uw plaats

WG 29 - 31 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 43


Tot slot komen wij bij het hoofdstukje uit het artikel van oktober 'Catechese in de school bij Maria': "Daar is uw plaats".  We bieden u hierbij enkele geciteerde artikels aan uit het boekje 'De Ware Godsvrucht':

29. God de Vader wil tot aan het einde van de wereld kinderen voortbrengen door Maria. Hij spreekt tot haar: “Vestig u in Jakob” (V/Eccli 24,13). Dat wil zeggen: vestig uw vaste woonplaats, uw zetel, in Mijn kinderen, namelijk Mijn uitverkorenen, die door Jakob worden voorafgebeeld.

31. Als een goede moeder moet u hen voortbrengen, voeden, grootbrengen
en als hun Oppermeesteres moet u hen leiden, besturen en verdedigen.

34. God de heilige Geest wil zich uitverkorenen vormen in haar en door haar. “Schiet wortel in Mijn uitverkorenen” (V/Eccli 24,13), zegt Hij tot haar: Mijn beminde,
Mijn Bruid, laat al uw deugden wortel schieten in Mijn uitverkorenen
om ze te doen groeien van deugd tot deugd en van genade tot genade.
Toen u op aarde leefde en de verhevenste deugden beoefende,
heb Ik in u zoveel genoegen gesteld, dat Ik u nog op aarde wens te vinden,
terwijl u toch in de hemel bent. Herschep daarom uzelf in Mijn uitverkorenen.
Laat Mij met vreugde in hen de wortels terugvinden van uw onoverwinnelijk geloof,
diepe nederigheid, algehele versterving, verheven gebed, vurige naastenliefde,
vaste hoop en al uw andere deugden. U bent voor Mij nog altijd dezelfde trouwe,
zuivere en vruchtbare Bruid: laat daarom uw trouw Mij getrouwen,
uw zuiverheid Mij maagden en uw vruchtbaarheid Mij uitverkorenen en tempels schenken.

35. Wanneer Maria eenmaal in een ziel heeft wortel geschoten,
dan brengt zij er wonderen van genade voort zoals zij alleen dat kan.
Zij alleen immers is de vruchtbare maagd die haar weerga nooit heeft gehad
noch ooit zal hebben in zuiverheid en vruchtbaarheid.

Maria heeft samen met de heilige Geest het grootste wonderwerk aller tijden voortgebracht:
een Godmens. Zij zal dus ook de grootste wonderwerken tot stand brengen
die er in de loop van de laatste tijden zullen zijn.
Haar hoogst eigen taak is het de grote heiligen te vormen en op te voeden
die leven zullen tegen het einde van de wereld.
Want alleen deze uitzonderlijke en wonderbare maagd kan, 
in vereniging met de heilige Geest, zo uitzonderlijke en buitengewone wonderwerken tot stand brengen.

36. Wanneer de heilige Geest, haar Bruidegom, haar in een ziel aantreft
dan vliegt Hij erheen, neemt er volledig Zijn intrek en deelt zich overvloedig mee aan die ziel.
En wel in dezelfde mate waarin zo iemand plaats ingeruimd heeft voor Zijn Bruid.  

37. Uit alles wat ik hier gezegd heb volgen enige voor de hand liggende conclusies:
Ten eerste: Maria moet van God een grote zeggenschap over de uitverkorenen hebben
ontvangen. Hoe wil zij anders in hen haar intrek nemen,
zoals God de Vader haar opgedragen heeft; en hen als hun moeder vormen,
voeden en voortbrengen voor het eeuwige leven?
Hoe wil zij hen als haar onvervreemdbaar bezit hebben,
hen vormen in Jezus Christus en Jezus Christus in hen?
Hoe wil zij haar deugden wortel doen schieten in hun hart
en de onafscheidelijke gezellin van de heilige Geest zijn voor al diens genadewerken?
Dit alles kan zij alleen, zeg ik, wanneer zij krachtens een bijzondere gunst
van de Allerhoogste recht en heerschappij over hun zielen bezit.
Door het feit dat Hij haar gezag verleende over Zijn enige en eigen Zoon
gaf Hij haar dit ook over Zijn aangenomen kinderen;
en niet alleen over hun lichaam, wat niet veel zaaks zou zijn, maar ook over hun ziel.

38. Maria is Koningin van hemel en aarde door genade, zoals Jezus er Koning van is
door Zijn wezen en door verwerving. Welnu, het Rijk van Jezus Christus bestaat voornamelijk
in het hart, dat wil zeggen het innerlijk van de mens, volgens deze tekst:
“Het Rijk van God is binnen in ons” (V/Lc 17,21).
Zo bestaat ook het Rijk van de allerheiligste Maagd in het innerlijk van de mens,
dat wil zeggen in zijn ziel. Vooral daar ontvangt zij samen met haar Zoon meer glorie
dan in alle zichtbare schepselen. Vandaar dat wij haar met de heiligen kunnen noemen:
“Koningin van de harten”.

39. Ten tweede: wanneer het waar is dat de allerheiligste Maagd voor God noodzakelijk is,
met een noodzaak die men “voorwaardelijk” noemt als gevolg van Zijn wilsbeschikking,
dan is zij nog veel meer noodzakelijk voor de mensen om hun einddoel te bereiken.
Men moet de devotie tot de allerheiligste Maagd dus niet gelijkstellen met vormen van
verering voor andere heiligen. De eerste is immers noodzakelijker en niet iets overbodigs.

43. Als de devotie tot de allerheiligste Maagd voor alle mensen noodzakelijk is,
alleen al om hun heil te bewerken, dan geldt dit met nog veel meer reden voor wie
tot een bijzondere volmaaktheid zijn geroepen.
Ik geloof namelijk niet, dat iemand een intieme eenheid met de Heer
en een volkomen getrouwheid aan de heilige Geest kan verkrijgen,
wanneer hij niet innig verbonden is met de allerheiligste Maagd
en geheel aangewezen op haar bijstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten