113. “ Meer dan ooit voel ik mij aangemoedigd om te geloven en
te hopen al wat diep in mijn hart ligt gegrift en wat ik al sinds jaren van God
afsmeek: dat de allerheiligste Maagd vroeg of laat meer kinderen, dienaren en
slaven uit liefde zal hebben dan ooit, en dat hierdoor mijn beminde Meester
Jezus Christus meer dan ooit in de harten zal heersen.”
114. “Ik voorzie het wel: razende dieren komen woedend aanstormen
om met hun duivelse tanden dit bescheiden boekje en hem van wie de heilige
Geest zich bediend heeft om het te schrijven, te verscheuren; of het tenminste
in de donkere stilte van een kist te verstoppen om het onbekend te laten
blijven. Zelfs de mannen en vrouwen die het lezen en in praktijk brengen,
zullen ze bestoken en vervolgen. Maar wat zou het! Des te beter! Dit
vooruitzicht vuurt mij aan, doet mij groot succes verwachten: een groot
eskadron dappere, onverschrokken soldaten van Jezus en Maria, zowel mannen als
vrouwen, die de wereld, de duivel en de bedorven natuur bestrijden in de
hachelijke tijd die meer dan ooit op komst is”.
En hij eindigt met twee doordenkertjes uit de evangelies: “Wie
het leest, laat hij het begrijpen.” (Matteüs 24,15). “Wie het kan vatten, laat hij het vatten” (Matteüs 19,12).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten