We lezen in de Ware Godsvrucht:
111. Reeds veel
heb ik over de allerheiligste Maagd gezegd en nog meer heb ik over haar te
zeggen, maar oneindig veel meer zal ik binnen dit bestek, waarin ik een
waarachtig Mariavereerder en een echte leerling van Jezus Christus wil vormen,
onbesproken laten, ofwel uit onwetendheid, uit onbekwaamheid of uit tijdgebrek.
112. Wat zou mijn
moeite goed besteed zijn, als dit bescheiden boekje terecht kwam in de handen
van een welgeaard mens, geboren uit God en Maria, en “niet uit bloed noch uit
begeerte van het vlees of de wil van een man” (Johannes 1,13); en als het hem, door
de genade van de heilige Geest, duidelijk de verhevenheid en waarde zou
openbaren en doen inzien van de ware en hecht gefundeerde devotie tot de
allerheiligste Maagd die ik nu ga uiteenzetten!
Als ik, haar geringste kind en
slaaf, met mijn zondig bloed iets ertoe zou kunnen bijdragen om de waarheden
die ik ter ere van mijn lieve moeder en Oppermeesteres neerschrijf, in de
harten te prenten, dan zou ik in plaats van inkt dat bloed gebruiken om deze
letters te vormen. Ik zou zo iets doen in de hoop edelmoedige mensen te vinden
die, trouw aan de door mij geleerde praktijk, mijn lieve moeder en Meesteres
schadeloos stellen voor het verlies dat zij door mijn ondank en ontrouw heeft
geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten